Klinkers en tweeklanken

• Weergave van uitspraak (algemeen)


• * * *


• Accenttekens en andere diakritische tekens op hoofdletters
• Bacterieën / bacteriën, ceremonieën / ceremoniën, industriën / industrieën
• Barbecuen / barbecueën
• Brei / brij
• Bruto(-)inkomsten / netto(-)inkomsten
• Buro / bureau, nivo / niveau, kado / cadeau
• Destilleren / distilleren
• Dreumessen / dreumesen, havikken / haviken
• Dysfunctioneel / disfunctioneel
• Extrovert / extravert
• Gedesigned / gedesignd
• Gevlei / gevlij (in het – komen)
• Grote / grootte
• Hawaii / Hawaï
• IJ – alfabetisering
• Ijsland / IJsland
• Introducee / introducé
• Kassière / caissière
• Leidt / lijdt (het – geen twijfel)
• Lux(e) hotel (uitspraak)
• Naïviteit / naïveteit
• Neervleien / neervlijen
• Nerveusiteit / nervositeit
• Notoir (uitspraak)
• Oisterwijk (uitspraak)
• Ommelet / omelet
• Ongelofelijk / ongelooflijk
• Organigram / organogram
• Peiler / pijler
• Persé / per se
• Pijl / peil (geen – op te trekken)
• Polshoogte / poolshoogte
• Polykliniek / polikliniek
• Pré / prae / pre
• Queries / query’s
• Rauwdouwer / rouwdouwer / rauwdouw / rouwdouw
• Scheppen: schepte / schiep
• Schrok af / schrikte af
• Sexier – sexiest / sexyer – sexyst
• Shampode / shampoode
• Skiën (vervoeging)
• Stampei / stampij
• Tokyo / Tokio
• Uitgeplozen / uitgepluisd
• Uitwijden / uitweiden
• Whiskey / whisky
• Wijds / weids
• Wijfelen / weifelen
• Zanikken / zaniken