Titels en titulatuur in België (algemeen)
Titels en titulatuur in België (algemeen)
1. Inleiding
2. Mondelinge aanspreking
2.1 Gewone aanspreking
2.2 Aanspreking van mensen die een bepaalde functie bekleden
2.3 Aanspreking van mensen die een bepaalde functie bekleed hebben
2.4 Aanspreking van een adellijk persoon
2.5 Aanspreking van een lid van de koninklijke familie
2.6 Aanspreking van personen met een academische titel
3. Aanschrijving
3.1 Aanhef in de brief
3.1.1 Gewone zakelijke brieven
3.1.2 Aanschrijving van mensen die een bepaalde functie bekleden
3.1.3 Aanschrijving van mensen die een bepaalde functie bekleed hebben
3.1.4 Aanschrijving van een adellijk persoon
3.1.5 Aanschrijving van een lid van de koninklijke familie
3.1.6 Aanschrijving van personen met een academische titel
3.1.7 Aanschrijving van een commissie, college, werkgroep
3.2 Aanspreking in het tekstgedeelte van de brief
4. Afsluiting
4.1 Slotformule
4.2 Ondertekening
5. Adressering (op de envelop)
5.1 Gewone zakelijke brieven
5.2 Adressering van personen die een functie bekleden
5.3 Adressering van personen die een functie bekleed hebben
5.4 Adressering van een adellijk persoon
5.5 Adressering van een lid van de koninklijke familie
5.6 Adressering van personen met een academische titel
1. Inleiding[Top]
In deze tekst wordt de term titulatuur gebruikt voor de manier van aanschrijven van personen waarop zij op grond van hun titel, rang, maatschappelijke positie en dergelijke aanspraak kunnen maken. De titulatuur voor de koning of koningin is bijvoorbeeld majesteit, voor een pastoor zeereerwaarde en voor een baron of barones hoogwelgeboren.
Een titel is de benaming waarop mensen op grond van hun (adellijke) afkomst, behaalde graad of benoeming recht hebben, bijvoorbeeld baron/barones of doctorandus/doctoranda.
Titels zijn in de meeste gevallen ofwel grammaticaal mannelijk (bijvoorbeeld graaf, hertog) ofwel grammaticaal vrouwelijk (bijvoorbeeld gravin, hertogin). De mannelijke vorm wordt van oudsher gebruikt voor mannen; de vrouwelijke vorm voor vrouwen. Er is meestal geen genderoverkoepelende vorm voorhanden; het is vooralsnog niet duidelijk welke vorm voor non-binaire personen gebruikt kan worden.
Bij sommige titels is alleen de grammaticaal mannelijke vorm in gebruik en ontbreekt de vrouwelijke vorm. Dat is het geval bij functies die alleen door mannen worden uitgeoefend, bijvoorbeeld functies binnen de katholieke kerk, zoals kardinaal of bisschop. Ook voor functies die vroeger uitsluitend of vooral door mannen werden uitgeoefend, bestaat soms alleen een grammaticaal mannelijke benaming bijvoorbeeld minister, professor en rechter. Die grammaticaal mannelijke vormen worden tegenwoordig voor alle genders gebruikt.
De titulatuur voor de aanspreking en aanschrijving (aanhef en adressering van brieven) zoals die in woordenboeken, titulatuur- en protocolgidsen beschreven staat, heeft in België nooit ingang gevonden. In het algemeen worden in België ook minder titels gebruikt dan in Nederland.
2. Mondelinge aanspreking[Top]
2.1 Gewone aansprekingTop
De gewone aanspreking als de voornaam niet gebruikt wordt, is meneer of mevrouw. Meneer en mevrouw kunnen ook gevolgd worden door de familienaam: meneer Dejonghe, mevrouw Denoulet. Voor non-binaire personen bestaat in het Nederlands nog geen aanspreekvorm.
Mejuffrouw wordt niet meer gebruikt als aanspreking. Voor jonge meisjes wordt soms juffrouw gebruikt, maar ook die vorm raakt stilaan verouderd. Meisjes worden meestal aangesproken met hun voornaam. Juffrouw, of de afgekorte vorm juf, is wel gebruikelijk in onderwijscontexten, als aanspreekvorm voor een lerares in het basisonderwijs.
Om een groep van personen aan te spreken, is het aan te bevelen om genderoverkoepelende aanduidingen te gebruiken, bijvoorbeeld Geachte genodigden of Beste aanwezigen. Vormen als Dames en heren zijn minder geschikt om een groep van personen aan te spreken, omdat er ook mensen zijn, in het bijzonder non-binaire personen, die niet aangesproken willen worden met dame of heer.
2.2 Aanspreking van mensen die een bepaalde functie bekledenTop
Meneer en mevrouw worden soms gevolgd door de functie van de aangesprokene: mevrouw/meneer de minister (de secretaris-generaal, de burgemeester, de griffier, de rechter enzovoort).
Een vrouw kan worden aangesproken met de vrouwelijke functiebenaming (bijvoorbeeld directrice, rectrix/rectrice, voorzitster). Ook de mannelijke functiebenaming (bijvoorbeeld directeur, rector, voorzitter) wordt gebruikt voor vrouwen. Gebruik de vorm die de persoon in kwestie zelf gebruikt, als dat achterhaald kan worden.
Ook voor geestelijken is de combinatie meneer + functieaanduiding of mevrouw + functieaanduiding de gangbare aanspreking: meneer de vicaris-generaal, meneer de kanunnik, meneer de deken, meneer de medepastoor, meneer de rabbijn, mevrouw de dominee, meneer de imam. Een pastoor wordt echter aangesproken met de formule meneer pastoor en een pater met de formule (weleerwaarde) pater. Hogere geestelijken (aartsbisschop, bisschop, hulpbisschop) worden aangesproken met monseigneur. Voor een kardinaal wordt ofwel eminentie gebruikt, ofwel meneer de kardinaal.
In België wordt een lid van de advocatuur aangesproken met meester.
2.3 Aanspreking van mensen die een bepaalde functie bekleed hebbenTop
Als de persoon een eretitel heeft, respecteren we dat ook in de aanspreking, bijvoorbeeld mevrouw de erevoorzitster. Heeft die persoon geen officiële titel meer, dan gebruiken we de gewone aanspreking (zie 2.1).
2.4 Aanspreking van een adellijk persoonTop
Het gebruik van constructies als meneer de hertog, meneer de markies, meneer de graaf, meneer de burggraaf, meneer de baron, meneer de ridder, mevrouw de hertogin, mevrouw de markiezin, mevrouw de gravin, mevrouw de burggravin, mevrouw de barones in de aanspreking is zeer formeel. De gebruikelijke aanspreekvormen zijn dan ook meneer en mevrouw, behalve in protocollaire of zeer plechtige situaties.
2.5 Aanspreking van een lid van de koninklijke familieTop
In België wordt de koning aangesproken met Sire (directe aanspreking), met Uwe/Zijne Majesteit of met de Koning (indirecte aansprekingen). Ook voor de koningin kan gekozen worden voor een directe aanspreking (Mevrouw) of voor indirecte aansprekingen (Uwe/Hare Majesteit of de Koningin).
Om een prinses aan te spreken, is Mevrouw gangbaar als directe aanspreking en Uwe/Hare Koninklijke Hoogheid als indirecte aanspreking. Een prins wordt met Monseigneur aangesproken (directe aanspreking) of met Uwe/Zijne Koninklijke Hoogheid (indirecte aanspreking).
Tijdens een gesprek mag het lid van de koninklijke familie in de derde persoon aangesproken worden: de prins, de prinses, de koning, de koningin.
2.6 Aanspreking van personen met een academische titelTop
In België worden hoogleraren en docenten aan universiteiten en hogescholen met professor aangesproken. Voor personen met een doctorstitel die geen hoogleraar of docent zijn, worden de gewone aanspreekvormen gebruikt (zie 2.1). Alleen bij academische aangelegenheden worden ze als doctor aangesproken.
3. Aanschrijving[Top]
3.1 Aanhef in de briefTop
3.1.1 Gewone zakelijke brievenTop
Als de achternaam van de aangeschreven persoon bekend is, kan die het best vermelden worden in de aanhef. Voor de achternaam kan ofwel mevrouw of heer toegevoegd worden, ofwel de voornaam of voorletter(s) van de geadresseerde, bijvoorbeeld Beste mevrouw Vinks, Geachte heer Vos of Beste Kim Verbeek. Het is aan te bevelen om aanduidingen als mevrouw of heer alleen te gebruiken als bekend is dat de geadresseerde als man of als vrouw aangeschreven wil worden. Als de voorkeur van de geadresseerde niet bekend is of als het gender van de geadresseerde niet relevant is, kunnen in de aanhef de voornaam of voorletter(s) van de geadresseerde gebruikt worden in plaats van mevrouw of heer.
3.1.2 Aanschrijving van mensen die een bepaalde functie bekledenTop
In brieven of e-mails die gericht zijn aan iemand in een bepaalde functie kan de functie in de aanhef staan, bijvoorbeeld Geachte voorzitster. Zo’n aanhef is vooral bruikbaar in officiële contexten. Als bekend is dat een persoon als vrouw of als man aangesproken wil worden, kan mevrouw de of mijnheer de worden gebruikt in plaats van Geachte, bijvoorbeeld Mevrouw de minister of Mijnheer de rechter. In plaats van mijnheer de kan ook meneer de gebruikt worden.
Een vrouw kan worden aangeschreven met de vrouwelijke functiebenaming (bijvoorbeeld directrice, rectrix/rectrice, voorzitster). Ook de mannelijke functiebenaming (bijvoorbeeld directeur, rector, voorzitter) wordt gebruikt voor vrouwen. Gebruik de vorm die de persoon in kwestie zelf gebruikt, als dat achterhaald kan worden.
Voor geestelijken wordt meestal de constructie Mijnheer/Meneer de + functiebenaming gebruikt, bijvoorbeeld Mijnheer de kardinaal, Meneer de vicaris-generaal, Mijnheer de kanunnik, Meneer de deken, Mijnheer de medepastoor, Meneer pastoor. Aartsbisschoppen, bisschoppen en hulpbisschoppen worden echter uitsluitend met Monseigneur aangeschreven. Los daarvan zijn er nog formelere aanschrijfformules:
- Kardinaal: Eminentie
- Abt: Hoogwaardigste pater
- Kanunnik: Hoogeerwaarde heer kanunnik
- Deken: Zeereerwaarde heer deken
- Pastoor: Zeereerwaarde heer pastoor
- Medepastoor: Eerwaarde heer medepastoor
- Pater: Weleerwaarde pater
In België wordt een lid van de advocatuur aangeschreven met Meester: Meester Theeten.
3.1.3 Aanschrijving van mensen die een bepaalde functie bekleed hebbenTop
Als de persoon die niet langer een bepaalde functie vervult een eretitel heeft, respecteren we dat ook in de aanschrijving. Bijvoorbeeld: Mevrouw de ereburgemeester, Geachte erevoorzitter.
3.1.4 Aanschrijving van een adellijk persoonTop
We hanteren de aanschrijfvormen uit het gewone sociale verkeer (Geachte heer + achternaam, Geachte mevrouw + achternaam, Geachte + voornaam/voorletter(s) + achternaam), behalve in protocollaire situaties, waar we de volgende vormen gebruiken:
- Mijnheer de hertog – Mevrouw de hertogin
- Mijnheer de markies – Mevrouw de markiezin
- Mijnheer de graaf – Mevrouw de gravin
- Mijnheer de burggraaf – Mevrouw de burggravin
- Mijnheer de baron – Mevrouw de barones
- Mijnheer de ridder
of nog formeler, titulatuur met titel:
- Hooggeboren heer hertog – Hooggeboren vrouwe hertogin
- Hooggeboren heer markies – Hooggeboren vrouwe markiezin
- Hooggeboren heer graaf – Hooggeboren vrouwe gravin
- Hooggeboren heer burggraaf – Hooggeboren vrouwe burggravin
- Hoogwelgeboren heer baron – Hoogwelgeboren vrouwe barones
- Hoogwelgeboren heer ridder
3.1.5 Aanschrijving van een lid van de koninklijke familieTop
De koning wordt aangeschreven met Sire, de koningin met Mevrouw. Voor een prins en een prinses zijn respectievelijk Monseigneur en Mevrouw gangbaar.
3.1.6 Aanschrijving van personen met een academische titelTop
In België worden hoogleraren en docenten aangeschreven met geachte professor.
3.1.7 Aanschrijving van een collectief (commissie, college, werkgroep)Top
Een collectief wordt aangeschreven met constructies als geachte commissie, geacht college, geachte leden van de werkgroep.
3.2 Aanspreking in het tekstgedeelte van de briefTop
In de doorlopende tekst van een gewone zakelijke brief spreken we de geadresseerde aan met u. Het is ongebruikelijk om de aangeschreven persoon in de derde persoon aan te spreken (bijvoorbeeld als het (de heer) minister belieft …).
In briefwisseling met adellijke personen gebruiken we de tweede persoon: de directe aanspreking met u. Alleen om bijvoorbeeld een gunst af te dwingen, kan de derde persoon (mijnheer de hertog) gebruikt worden.
In briefwisseling met de Belgische koninklijke familie is de derde persoon (indirecte aanspreking) gangbaar:
- Koning: de Koning, Uwe / Zijne Majesteit
- Koningin: de Koningin, Uwe / Hare Majesteit
- Prins: Zijne / Uwe Koninklijke Hoogheid, de Prins
- Prinses: Hare / Uwe Koninklijke Hoogheid, de Prinses
4. Afsluiting[Top]
4.1 SlotformuleTop
Gewone zakelijke brieven worden afgesloten met met vriendelijke groet(en). Formeler is hoogachtend of met hoogachting. Met de meeste hoogachting en met bijzondere hoogachting is nog formeler.
In briefwisseling met de adel zijn met de meeste hoogachting of met hoogachting de gangbare formules. De traditie dat een brief gericht aan vrouwen van adel afgesloten wordt met met de meeste eerbied is niet meer gangbaar.
In briefwisseling met de koninklijke familie gelden speciale regels:
- Koning: Ik moge de Koning verzoeken de betuiging van mijn diepe eerbied te willen aanvaarden.
- Koningin: Ik moge de Koningin verzoeken de betuiging van mijn diepe eerbied te willen aanvaarden.
- Prins: Gelieve, Monseigneur, de betuiging van mijn diepe eerbied te willen aanvaarden.
- Prinses: Gelieve, Mevrouw, de betuiging van mijn diepe eerbied te willen aanvaarden.
De bovenstaande formules zijn allemaal letterlijk vertaald uit het Frans. Deze formules worden vaak nog gebruikt. Modernere formules als met de meeste hoogachting of met de betuiging van mijn diepste eerbied zijn ook bruikbaar.
4.2 OndertekeningTop
In zakelijke brieven komt onder de handtekening de voornaam of voorletter en de achternaam van de schrijver. Mevrouw of De heer kan toegevoegd worden om duidelijk te maken hoe de persoon die tekent aangesproken wil worden, bijvoorbeeld An Vinks (mevrouw) of De heer Osman Yilmaz. Een andere mogelijkheid is dat de schrijver in de ondertekening van een brief of e-mail de voornaamwoorden vermeldt waarmee die aangeduid wil worden, bijvoorbeeld An Vinks (zij/haar), Osman Yilmaz (hij/zijn) of Kim Verbeek (die/diens). Ook dat is een manier om duidelijk te maken of iemand als vrouw, man, of anders aangesproken wilt worden.
Als u de brief vanuit uw functie schrijft, wordt ook nog de functieaanduiding vermeld onder de naam.
Personen met een eretitel kunnen die ook vermelden in de ondertekening.
Adellijke personen kunnen hun titel ook in de ondertekening gebruiken. Bijvoorbeeld:
Ridder (Frederick) Ulrichts
of
Frederick Ulrichts
Ridder
5. Adressering (op de envelop)[Top]
5.1 Gewone zakelijke brievenTop
In gewone zakelijke brieven die gericht zijn aan één persoon, zijn de volgende constructies gangbaar:
- De heer Filip Verdegem
- Mevrouw Griet Steuperaert
- S. Fadil
- Sam Fadil
Voor koppels zijn bijvoorbeeld de volgende adresseringen mogelijk:
- De heer en mevrouw Verdegem-Steuperaert
- M. Yilmaz en B. Verbeek
- De heer Vandevelde en de heer Denys
- De dames Yilmaz-Verbeek
- De heren Vandevelde-Denys
Aan wordt tegenwoordig steeds vaker weggelaten.
5.2 Adressering van personen die een functie bekledenTop
Voor de adressering van personen in een bepaalde functie zijn er twee systemen:
1) Voornaam (of voorletter) + achternaam, eventueel voorafgegaan door Mevrouw of De heer, met daaronder de functieaanduiding:
Nele Beel
Afdelingshoofd Kanselarij
2) Aan + functieaanduiding zonder vermelding van de naam:
Aan het afdelingshoofd van de Kanselarij
Voor de hogere katholieke geestelijke overheid gelden er speciale regels:
- Kardinaal: Aan Zijne Hoogeerwaarde Eminentie Kardinaal … Aartsbisschop van …
- Aartsbisschop/bisschop/hulpbisschop: Aan Zijne Excellentie Monseigneur … Aartsbisschop/Bisschop/Hulpbisschop van …
5.3 Adressering van personen die een functie bekleed hebbenTop
Als een persoon die een bepaalde functie niet meer vervult een eretitel heeft, respecteren we dat ook in de adressering:
De heer Filip Verdegem
Erevoorzitter
5.4 Adressering van een adellijk persoonTop
Bij de aanschrijving van adellijke figuren worden in protocollaire situaties de titulatuur (bijvoorbeeld hooggeboren of hoogwelgeboren) en de titel (bijvoorbeeld baron of ridder) gebruikt in de adressering. De titulatuur komt voor de titel, met als gevolg dat de titel tussen de voor- en achternaam staat: de hoogwelgeboren heer Kris baron Depecheur. Wordt er geen titulatuur gebruikt, dan staat de titel voor de voor- en achternaam: Baron Kris Depecheur, Ridder Leo Glorieux. De laatste adresseringsvorm is de meest gebruikte in gewone correspondentie.
Titulatuur als hooggeboren en hoogwelgeboren wordt alleen nog in officiële documenten gebruikt. Bij hertogen, markiezen, graven en burggraven hoort hooggeboren, bij baronnen en ridders hoogwelgeboren. In het gewone administratieve verkeer gebruikt men alleen de titel.
5.5 Adressering van een lid van de koninklijke familieTop
- Koning: Aan Zijne Majesteit de Koning / Aan Zijne Majesteit Koning Filip.
- Koningin: Aan Hare Majesteit de Koningin / Aan Hare Majesteit Koningin Mathilde.
- Prins: Aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins.
- Prinses: Aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses.
5.6 Adressering van personen met een academische titelTop
Academische titels (dr., drs., dra., ir., mr.) worden na de heer of mevrouw vermeld: De heer ir. Koenraad Gouwy. De academische titel prof. (professor) wordt steeds afgekort vermeld; daarna komen eventuele andere academische titels als dr.: De heer prof. dr. Verhellen. De titel heer of mevrouw kan ook achterwege blijven: Prof. dr. Verhellen.
Zie ook
Opmaak van een zakelijke brief in België (algemeen)
Taal en gender: brieven en e-mails (algemeen)
Titels en titulatuur in Nederland (algemeen)
Aanhef zonder genderaanduiding
Aanhef voor een man
Aanhef voor een non-binaire persoon
Aanhef voor een vrouw
Adressering aan bedrijven en instellingen
Adressering aan samenwonenden, koppels en gezinnen
Directeur / Directrice
Mejuffrouw / mevrouw
Mevrouw dr. A. Verschoor / dr. A. Verschoor
Prof. dr. em. / prof. em. dr. / em. prof. dr.
Naslagwerken
tao_generiek (K)
46
j
Subrubriek,Hoofdrubriek
0000
09 September 2019