Hij / zij / die (een leerling)

Hij / zij / die (een leerling)

Vraag

Welke voornaamwoorden gebruik je bij verwijzing naar persoonsnamen wanneer niet duidelijk is of een vrouwelijke, mannelijke of non-binaire persoon bedoeld wordt, of wanneer expliciet naar alle genders verwezen wordt?

Antwoord

Als het gender niet bekend is of er verwezen wordt naar alle genders, kan de zin het best in het meervoud worden geformuleerd, bijvoorbeeld Leerlingen kunnen worden geweigerd als ze geen inschrijvingsgeld hebben betaald. Traditioneel wordt de zin in zulke gevallen in het enkelvoud geformuleerd en het mannelijke voornaamwoord hij gebruikt, maar die vorm heeft als nadeel dat hij als exclusief mannelijk kan worden geïnterpreteerd.

Daarnaast kan in zulke contexten het aanwijzend voornaamwoord die worden gebruikt, bijvoorbeeld Een leerling kan worden geweigerd als die geen inschrijvingsgeld heeft betaald.

Als men de verschillende genders zichtbaar wil maken, kunnen verschillende voornaamwoorden naast elkaar gebruikt worden, bijvoorbeeld Een leerling kan worden geweigerd als zij, hij of die geen inschrijvingsgeld heeft betaald, of kan tussen haakjes v/m/x worden toegevoegd na de persoonsnaam: Een leerling (v/m/x) kan worden geweigerd als die geen inschrijvingsgeld heeft betaald.

Er zijn ook alternatieve formuleringen mogelijk, bijvoorbeeld Je kunt als leerling worden geweigerd als je geen inschrijvingsgeld hebt betaald.

Er is nog geen overeenstemming over welk woord het best gebruikt kan worden in plaats van het mannelijke bezittelijk voornaamwoord zijn als men in het enkelvoud wil verwijzen naar alle genders. Een mogelijkheid is om gebruik te maken van diens of enkelvoudig hun.

Toelichting

Veel persoonsnamen worden gebruikt om zowel vrouwen, mannen als non-binaire personen aan te duiden, bijvoorbeeld arts, getuige, klant, leerkracht, manager, winkelbediende. Als het gender niet blijkt uit de context of situatie, of als een categorie van personen bedoeld wordt, wordt traditioneel een mannelijk voornaamwoord gebruikt om naar die persoonsnaam te verwijzen. Ook de combinatie van een mannelijk en een vrouwelijk voornaamwoord komt voor, bijvoorbeeld zij of hij en haar of zijn.

(1a) Een personeelsmanager moet zijn werknemers motiveren.

(2a) De minister kan, als hij dat nodig acht, het advies inwinnen van de Nationale Arbeidsraad.

(3a) Ik vrees dat de gemiddelde lezer snel haar of zijn concentratie zal verliezen bij dit boek.

(4a) Een alleenstaande heeft de pech dat zij of hij zich vaak blauw betaalt aan huisvesting.

Het nadeel van het generieke gebruik van de mannelijke vorm in zinnen als (1a) en (2a) is dat zulke zinnen in eerste instantie een mannelijk beeld kunnen oproepen, waardoor er minder aan andere genders wordt gedacht. De combinatie van een mannelijk en vrouwelijk voornaamwoord, zoals in (3a) en (4a), heeft als nadeel dat ze non-binaire personen uitsluit. Wie alle genders wil omvatten, kan het best meervoudige persoonsnamen en voornaamwoorden (ze, hun) gebruiken.

(1b) Personeelsmanagers moeten hun werknemers motiveren.

(3b) Ik vrees dat veel lezers snel hun concentratie zullen verliezen bij dit boek.

(4b) Alleenstaanden hebben de pech dat ze zich vaak blauw betalen aan huisvesting.

Daarnaast kan het aanwijzend voornaamwoord die worden gebruikt, dat naar alle genders kan verwijzen. Ook deze is bruikbaar, maar dat is nadrukkelijker en typisch voor geschreven taal. In Nederland is het in teksten gewoner om met deze te verwijzen dan in België.

(2b) De minister kan, als deze dat nodig acht, het advies inwinnen van de Nationale Arbeidsraad.

(4c) Een alleenstaande heeft de pech dat die zich vaak blauw betaalt aan huisvesting.

Er is nog geen overeenstemming over welk woord het best gebruikt kan worden in plaats van het mannelijke bezittelijk voornaamwoord zijn als men in het enkelvoud wil verwijzen naar alle genders. Een mogelijkheid is om gebruik te maken van diens of hun. Het nadeel van diens is dat het wat formeel kan overkomen en van oorsprong naar mannen verwijst. Hun heeft als nadeel dat het naar meerdere personen verwijst. Daardoor kunnen die woorden verkeerd geïnterpreteerd worden of opgevat worden als ongrammaticaal.

Soms kan het bezittelijk voornaamwoord vervangen worden door een lidwoord. In zin (5) bijvoorbeeld kan een beslissing gebruikt worden in plaats van zijn beslissing.

(5) De minister neemt een beslissing binnen twintig dagen nadat die het voorstel van de commissie heeft ontvangen.

Wie echt wil beklemtonen dat zowel vrouwelijke, mannelijke als non-binaire personen bedoeld zijn, kan verschillende voornaamwoorden naast elkaar gebruiken, met of zonder schuine strepen. Zulke woordcombinaties zijn wel nogal omslachtig en soms stilistisch storend, zeker als er veel verwijswoorden voorkomen in een tekst.

(6a) Wij zoeken een leidinggevende voor onze afdeling. Zij, hij of die is verantwoordelijk voor de algemene coördinatie, de uitvoering van het adviesprogramma en de dagelijkse leiding van het team.

(7a) Elke burger moet haar/zijn/diens nieuwe adres doorgeven als zij/hij/die gaat verhuizen.

Een middenweg zou kunnen zijn om in het begin van de tekst één keer een drievoudig verwijswoord te gebruiken, en in de rest van de tekst één verwijswoord zoals die.

Er zijn ook alternatieven om het verwijzingsprobleem te omzeilen.

  • Gebruik formuleringen zonder persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord.

(1c) Werknemers kunnen motiveren is een belangrijke vereiste voor een personeelsmanager.

  • Gebruik een voornaamwoord van de tweede persoon.

(1d) Als personeelsmanager moet je je werknemers kunnen motiveren.

(6b) Wij zoeken een leidinggevende voor onze afdeling. Als leidinggevende bent u verantwoordelijk voor de algemene coördinatie, de uitvoering van het adviesprogramma en de dagelijkse leiding van het team.

(7b) We vragen u om uw nieuwe adres door te geven als u gaat verhuizen.

(8) Een burgemeester heeft veel bijzondere bevoegdheden. Zo kan een burgemeester persoonlijk de knoop doorhakken om een avondklok in te voeren.

Zie ook

Taal en gender (algemeen)
Taal en gender: beroeps-, functie- en rolbenamingen (algemeen)
Taal en gender: verwijswoorden voor vrouwen, mannen en non-binaire personen (algemeen)
Verwijzingsproblemen met voornaamwoorden van de derde persoon enkelvoud (algemeen)
Woordgeslacht (algemeen)

Diens / zijn
Haar / zijn (het bestuur heeft – goedkeuring uitgesproken)
Haar / zijn (Pepsi heeft – winst verdubbeld)
Haar / zijn (wie heeft – huiswerk niet gemaakt?)
Zijn / haar (de muis heeft – staart bezeerd)
Zijn / haar (zowel hij als zij ziet – budget krimpen)

Bronnen

Naslagwerken

ANS (1997), p. 232-233 of online via de E-ANS online via de E-ANS

woordkeuze en stijl,voornaamwoord,woordgebruik,grammatica,woordgeslacht


tao_adv (C)
1358
j
conventies,grammatica,persoonsnamen,stijl,verwijswoorden,voornaamwoord,woordgeslacht
Hoofdrubriek,Subrubriek,Woordsoort,Woord of woordcombinatie
Hoofdrubriek:conventies,grammatica;Subrubriek:persoonsnamen,stijl,verwijswoorden;Woord of woordcombinatie:woordgeslacht;Woordsoort:voornaamwoord
21 December 2007
06 August 2019