Zowel de politie als de brandweer zijn / is ter plaatse
Zowel de politie als de brandweer zijn / is ter plaatse
Vraag
Wat is correct: Zowel de politie als de brandweer zijn ter plaatse of Zowel de politie als de brandweer is ter plaatse?
Antwoord
Een enkelvoudige en een meervoudige persoonsvorm zijn allebei correct in deze zin: Zowel de politie als de brandweer is ter plaatse of Zowel de politie als de brandweer zijn ter plaatse.
Toelichting
Als het onderwerp van een zin een nevenschikking is van twee enkelvoudige leden die door zowel … als verbonden zijn, staat de persoonsvorm volgens de traditionele grammaticaregels in het enkelvoud.
(1a) Zowel Jan als Geert komt naar het feest.
(2a) Zowel de slaapkamer als de woonkamer moet behangen worden.
(3a) Zowel de minister als zijn kabinet is op de hoogte.
(4a) Zowel de politie als de brandweer staat klaar.
In de praktijk wordt bij zulke onderwerpen ook vaak een meervoudige persoonsvorm gebruikt. Zeker als een van de leden een instantie, een organisatie en dergelijke aanduidt, die per definitie uit meerdere personen bestaat, wordt het onderwerp vaak als een meervoud aangevoeld. Het gebruik van een meervoudige persoonsvorm is ook correct.
(1b) Zowel Jan als Geert komen naar het feest.
(2b) Zowel de slaapkamer als de woonkamer moeten behangen worden.
(3b) Zowel de minister als zijn kabinet zijn op de hoogte.
(4b) Zowel de politie als de brandweer staan klaar.
(5) Zowel de president als de FBI moesten op hun tellen passen.
Als minstens een van de delen van het onderwerp meervoud is, is alleen het meervoud correct, ongeacht de volgorde.
(6) Zowel Jan als zijn broers komen naar het feest.
(7) Zowel de slaapkamers als de hobbyruimtes moeten behangen worden.
Zie ook
Een of meer deelnemers is / zijn uitgeschakeld
Ik of jullie ga / gaan
Jan alsmede Piet hebben / heeft dat gedaan
Jan of ik heeft / heb / hebben dat gezegd
Jan of Piet hebben / heeft dat gedaan
Niet alleen de leerlingen, maar ook de leraar kijken / kijkt uit naar het weekend
Noch Jan noch Piet hebben / heeft dat gedaan
Op zowel maandag als op dinsdag / op zowel maandag als dinsdag / zowel op maandag als op dinsdag / zowel op maandag als dinsdag
Zijn / haar (zowel hij als zij ziet – budget krimpen)
Zowel de wethouders als de burgemeester is / zijn tegen het voorstel
Zowel … als … als … / zowel … als … en …
Naslagwerken
ANS (1997), p. 1516 of online via de E-ANS online via de E-ANS; Schrijfwijzer (2012), p. 255; Van Dale Taalhandboek Nederlands (2011), p. 153
tao_adv (C)
949
j
Woord of woordcombinatie,Woordgroep of zin,Hoofdrubriek,Woordvorm,Woordsoort
01 January 2004
09 December 2020