Zeggen aan / tegen
Zeggen aan / tegen
Vraag
Wat is correct: zeggen aan of zeggen tegen?
Antwoord
Zowel zeggen aan als zeggen tegen is correct. Zeggen tegen is het gebruikelijkst.
Daarnaast is een formulering zonder voorzetsel mogelijk, bijvoorbeeld: ik heb het hem gezegd.
Toelichting
Het gebruikelijkste voorzetsel bij zeggen is tegen.
(1a) We hebben het inmiddels tegen iedereen gezegd.
(2) Wanneer zeg je tegen je baas dat je zwanger bent?
De combinatie zeggen aan wordt soms beschouwd als een verhaspeling van zeggen tegen en vertellen aan. Maar zowel zeggen tegen als zeggen aan is correct. Aan betekent dan ‘gericht tot’, zoals in een vergelijkbare constructie als iets aan iemand meedelen. Zeggen aan komt vaker voor in België dan in Nederland.
(1b) We hebben het inmiddels aan iedereen gezegd.
(3) Hij zei aan De Standaard dat hij nog drie jaar door wilde gaan.
(4) Je mag dit aan niemand zeggen.
(5) Ik ga het aan je moeder zeggen, hoor!
Zeggen komt tot slot ook zonder voorzetsel voor.
(6) Ik heb het haar gezegd.
(7) We zeggen u wat u moet doen.
Zie ook
Communiceren naar / aan
Lachen met / om
Opkijken tegen / naar iemand
Refereren naar / aan
Reppen van / over
Sturen aan / naar
Vertellen tegen / aan
Waarschuwen voor / tegen
Naslagwerken
Grote Van Dale (2005); Prisma handwoordenboek Nederlands (2014)
tao_adv (C)
1703
j
Woord of woordcombinatie,Woordsoort,Hoofdrubriek
22 May 2014
28 April 2020