Een op drie / een op de drie

Een op drie / een op de drie

Vraag

Wat is correct: Een op drie werknemers werkt standaard thuis of Een op de drie werknemers werkt standaard thuis?

Antwoord

Een op de drie werknemers is standaardtaal in het hele taalgebied. Daarnaast is een op drie werknemers standaardtaal in België .

Toelichting

Om een verhouding weer te geven, kan gebruik worden gemaakt van de combinatie telwoord + het voorzetsel op + het lidwoord de + telwoord + eventueel een zelfstandig naamwoord.

(1a) Acht op de tien hebben last van stress.

(2a) Uit onderzoek blijkt dat slechts een op de vijf katten is geregistreerd met een chip.

(3a) Drie op de vier huishoudens in Nederland haalden vorig jaar een kerstboom in huis.

Soms wordt het lidwoord de weggelaten bij dergelijke woordgroepen. In België is het weglaten van de in de combinaties met op ook standaardtaal. Het is niet duidelijk of dit in Nederland ook als standaardtaal kan worden beschouwd.

(1b) Acht op tien hebben last van stress. [standaardtaal in België]

(2b) Uit onderzoek blijkt dat slechts een op vijf katten is geregistreerd met een chip. [standaardtaal in België]

(3b) Drie op vier huishoudens in Nederland haalden vorig jaar een kerstboom in huis. [standaardtaal in België]

Bij de constructie met op gaat het uitsluitend om verhoudingen. Een constructie met van kan ook worden gebruikt om concrete aantallen weer te geven. Vergelijk:

(4) Twee op de vijf deelnemers waren niet tevreden. (veertig procent)

(5) Twee van de vijf deelnemers waren niet tevreden. (Dit kan betekenen dat het om veertig procent gaat, maar ook dat er maar vijf deelnemers waren)

Bij combinaties met van is het erg ongewoon om het lidwoord weg te laten. Het is niet duidelijk of het weglaten van het lidwoord in die constructie als correct kan worden beschouwd.

(6) In twee van drie gevallen kennen dader en slachtoffer elkaar. (status onduidelijk)

(7) Bij buitenlandse vakanties wordt meer dan vijf van tien keer voor de auto gekozen. (status onduidelijk)

Bijzonderheid

Als de woordgroep met op of van onderwerp is, en die woordgroep een meervoudig zelfstandig naamwoord bevat (zie bijvoorbeeld de zinnen (8) en (9), staat de persoonsvorm in het meervoud .

(8) Maar liefst negen op de tien tram- en busgebruikers zijn tevreden over de dienstverlening.

(9) Maar liefst negen van de tien tram- en busgebruikers zijn tevreden over de dienstverlening.

Als de woordgroep geen zelfstandig naamwoord bevat, is een enkelvoudige persoonsvorm ook mogelijk.

(10) Twee op de tien hebben / heeft nog digitale televisie.

Na een op / van de is de persoonsvorm altijd enkelvoudig.

(11) Een op de drie tieners heeft al eens cannabis gebruikt.

Zie ook

Een van de een kwart miljoen / een van de kwart miljoen
Twee derde van de studenten bleken / bleek

Naslagwerken

Grote Van Dale (2015)

cijfers en getallen,correctheid en betekenis,enkelvoud of meervoud,lidwoord,telwoord,werkwoord,conventies,woordgebruik,grammatica


tao_adv (C)
1454
j
cijfers,correctheid,enkelvoud_of_meervoud,grammatica,lidwoord,telwoord,werkwoord
Subrubriek,Woord of woordcombinatie,Woordgroep of zin,Hoofdrubriek,Woordsoort
Hoofdrubriek:grammatica;Subrubriek:cijfers;Woord of woordcombinatie:correctheid;Woordgroep of zin:enkelvoud_of_meervoud;Woordsoort:lidwoord,telwoord,werkwoord
05 March 2010
07 November 2019