0,1 minuten / 0,1 minuut
0,1 minuten / 0,1 minuut
Vraag
Is het 0,1 minuten of 0,1 minuut?
Antwoord
Correct is: 0,1 minuut.
Toelichting
Vormen als 0,1 minuut; 1,1 kind en 376,1 eenheden worden vooral gebruikt in een technische of statistische context, bijvoorbeeld om gemiddelden aan te geven:
(1) In 2050 zal een Belgisch gezin gemiddeld 1,1 kind hebben.
Eén is het enige niet-decimale getal waarna zelfstandige naamwoorden altijd in het enkelvoud staan: één kind, één minuut, maar twee kinderen, nul minuten, enzovoort. Bij de decimale getallen geldt dit ook voor alle getallen tussen nul en twee waarbij de enige decimaal die geen nul is, een één is. Het gaat om de getallen:
0,1 | 1,1 |
0,01 | 1,01 |
0,001 | 1,001 |
0,0001 | 1,0001 |
enzovoort | enzovoort |
Wij schrijven dus in het enkelvoud: 1 week; 0,1 minuut; 0,01 seconde; 1,1 kind; 1,001 punt.
We schrijven in het meervoud: 0 weken; 2 seconden; 0,2 minuten; 0,21 punten; 0,5 delen; 1,12 kinderen; 2,1 stoelen; 376,1 eenheden.
Bijzonderheid
Een groot aantal hoeveelheidsaanduidende zelfstandige naamwoorden staat na een hoofdtelwoord normaal gezien altijd in het enkelvoud: 0 jaar; 2 uur; 3 kwartier; 5 kilogram; 100 meter; 25 procent. Deze woorden staan ook na decimale getallen in het enkelvoud, ongeacht welk decimaal getal er precies aan voorafgaat: 0,1 jaar; 1,12 uur; 1,1 kilogram; 376,1 meter; 0,2 procent.
Vormen als nul komma één zijn in geschreven taal ongebruikelijk. Omgezet in breukgetallen kunnen deze getallen wel voluit geschreven worden. Na breukgetallen staat het zelfstandig naamwoord altijd in het enkelvoud. Voorbeelden: 1/10 minuut, één een tiende kind, 2/10 minuut, één twaalf honderdste kind, 2 1/10 stoel, driehonderdzesenzeventig (en) een tiende eenheid. Ook na de breukgetallen een kwart, een half, driekwart en anderhalf volgt een enkelvoudsvorm: een kwart minuut, een halve eeuw, anderhalve kop, twee en een half punt.
Zie ook
Enkelvoudsvorm / meervoudsvorm bij hoeveelheidsaanduidende zelfstandige naamwoorden (algemeen)
Aaneenschrijven van telwoorden (algemeen)
Jaar / jaren (enkelvoud of meervoud na telwoord?)
Maand / maanden (enkelvoud of meervoud na telwoord?)
Twee en een halve maand is / zijn verstreken
Vijf lichtjaren / vijf lichtjaar
Naslagwerken
ANS: Het getal van maat- en tijdsaanduidende substantieven na hoofdtelwoorden, Breukgetallen; Taalboek Nederlands (1997), p. 156-167
tao_adv (C)
1192
j
Subrubriek,Woord of woordcombinatie,Woordgroep of zin,Woordvorm,Woordsoort,Hoofdrubriek
01 January 2004
12 September 2018