Zichtkaart / postkaart / ansicht(je) / prentbriefkaart / ansichtkaart / kaartje

Zichtkaart / postkaart / ansicht(je) / prentbriefkaart / ansichtkaart / kaartje

Vraag

Is zichtkaart correct?

Antwoord

Nee, het woord zichtkaart komt weleens voor in België, maar is geen standaardtaal.  Ansichtkaart, kaartje en prentbriefkaart zijn wel standaardtaal. Daarnaast is ansicht(je) standaardtaal in Nederland  en postkaart standaardtaal in België .

Toelichting

Een kaartje met een afbeelding dat per post verstuurd wordt, meestal vanuit een vakantiebestemming, heet in de standaardtaal een prentbriefkaart, ansichtkaart of eenvoudigweg een kaartje.

(1) Hij is dol op oude prentbriefkaarten met afbeeldingen van de Belgische kust.

(2) Sommige mensen laten ansichtkaartjes opsturen van een exotisch eiland, hoewel ze er zelf nooit zijn geweest.

(3) Elk jaar stuurden haar grootouders een kaartje uit Benidorm, maar dit jaar kregen we plots een kaartje uit Salou in de bus.

Daarnaast zijn ansicht en ansichtje standaardtaal in Nederland. Postkaart is standaardtaal in België.

(4) ‘De ansichtjes in Barcelona vonden we veel te duur, dus hebben we er geen gestuurd.’ [standaardtaal in Nederland]

(5) Om de lelijke badkamerdeur te verstoppen, hadden de studenten ze volgeplakt met postkaartjes van verschillende bestemmingen. [standaardtaal in België]

Zichtkaart komt nog een enkele keer voor in België, maar de meeste taalgebruikers keuren dat woord af. Zichtkaart is dan ook geen standaardtaal.

(6) ‘Dat is wel de meest wansmakelijke zichtkaart die ik ooit gezien heb!’, riep zijn moeder en ze verscheurde het ding meteen. (in België, geen standaardtaal)

Zie ook

Bestemmeling / geadresseerde / ontvanger
Omslag / briefomslag / envelop
Zicht / gezicht (op het eerste -)
Zichtrekening / betaalrekening / rekening-courant / lopende rekening / (bank)rekening

Naslagwerken

Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Verschueren (1996); Koenen (2006); Kramers (2000); Correct Taalgebruik (2006), p. 321; Woordenboek correct taalgebruik (2004), p. 327; Taalwijzer (1998), p. 268, 48; Vlaams-Nederlands woordenboek (2003)

correctheid en betekenis,samenstellingen,zelfstandig naamwoord,woordgebruik,grammatica


tao_adv (C)
937
j
correctheid,samenstelling,woordgebruik,zelfstandig_naamwoord
Woord of woordcombinatie,Woordvorm,Hoofdrubriek,Woordsoort
Hoofdrubriek:woordgebruik;Woord of woordcombinatie:correctheid;Woordsoort:zelfstandig_naamwoord;Woordvorm:samenstelling
01 January 2004
06 December 2018