Wijds / weids
Wijds / weids
Vraag
Is het wijds of weids?
Antwoord
Beide vormen zijn mogelijk, afhankelijk van de betekenis. Weids (onder andere ‘luisterrijk’, ‘groots’, ‘ruim’) wordt met een korte ei gespeld. Van wijd (‘ruim’, ‘breed’) kan wijds worden afgeleid (iets wijds aanhebben).
Toelichting
Weids is afgeleid van weide (‘jacht’) en heeft als oorspronkelijke betekenis ‘luisterrijk’, ‘groots’. Het woord heeft onder invloed van wijd een ‘ruimtelijke’ betekenis gekregen: weids uitgestrekte landerijen.
Ook van het bijvoeglijk naamwoord wijd kon wel met een -s een bijwoord worden gevormd in de uitdrukking wijds en zijds, maar dit is verouderd (tegenwoordig is alleen wijd en zijd gebruikelijk). Wijds komt wel voor als afleiding van wijd in de combinatie iets wijds (iets wijds aanhebben).
Zie ook
Brei / brij
Gevlei / gevlij (in het – komen)
Leidt / lijdt (het – geen twijfel)
Neervleien / neervlijen
Peiler / pijler
Pijl / peil (geen – op te trekken)
Pubertijd / puberteit
Stampei / stampij
Uitwijden / uitweiden
Wijfelen / weifelen
Naslagwerken
Grote Van Dale (2005); Schrijfwijzer (1995), p. 191; Basishandleiding Nederlands (1996), p. 74; Prisma Stijlboek (1993), p. 268; Nieuw stijlboek Volkskrant (1997), p. 58; Taalwijzer (1998), p. 376; WNT; Woordenlijst (2015)
tao_adv (C)
915
j
Woordvorm,Woord of woordcombinatie,Woordsoort,Hoofdrubriek,Subrubriek
01 January 2004
21 March 2018