Hospitaliseren
Vraag
Is iemand hospitaliseren correct in de betekenis 'iemand in een ziekenhuis opnemen'?
Antwoord
Ja, in die betekenis is hospitaliseren standaardtaal in België. Standaardtaal in het hele taalgebied is: in het ziekenhuis opnemen. In de standaardtaal in Nederland wordt hospitaliseren in een andere betekenis gebruikt, namelijk 'vervreemden van het eigen milieu door langdurig verblijf in een ziekenhuis of instelling'.
Toelichting
In de standaardtaal in België komt hospitaliseren meestal voor in de betekenis 'in het ziekenhuis opnemen'. Het zelfstandig naamwoord hospitalisatie heeft in België de overeenkomstige betekenis 'opname in het ziekenhuis'. Deze woorden hebben een wat formeel en schrijftalig karakter.
(1) De dokter heeft de coördinator gewondenvervoer de opdracht gegeven om de gewonden te hospitaliseren. [standaardtaal in België] (formeel, schrijftaal)
(2a) Na de rellen op de Oude Markt moesten drie tieners met snijwonden gehospitaliseerd worden. [standaardtaal in België] (formeel, schrijftaal)
(3a) Na een hospitalisatie van dertien dagen werd de president uit het ziekenhuis ontslagen. [standaardtaal in België] (formeel, schrijftaal)
In het ziekenhuis opnemen en ziekenhuisopname zijn standaardtaal in het hele taalgebied.
(2b) Na de rellen op de Oude Markt moesten drie tieners met snijwonden in het ziekenhuis opgenomen worden.
(3b) Na een ziekenhuisopname van dertien dagen werd de president uit het ziekenhuis ontslagen.
Hospitaliseren is standaardtaal in Nederland als het onovergankelijk gebruikt wordt in de betekenis 'vervreemden van het eigen milieu door langdurig verblijf in een ziekenhuis of instelling'. Hospitalisatie wordt in Nederland vooral gebruikt in de overeenkomstige betekenis 'vervreemding door langdurig verblijf in een ziekenhuis of instelling'.
(4) Door haar langdurig verblijf in de psychiatrische instelling is ze helemaal gehospitaliseerd. [standaardtaal in Nederland]
(5) Om hospitalisatie te voorkomen, moeten de patiënten zo snel mogelijk weer op eigen benen leren staan. [standaardtaal in Nederland]
Bijzonderheid
In de standaardtaal in België is hospitalisatieverzekering ('verzekering die de kosten voor een eventuele ziekenhuisopname dekt') een ingeburgerd woord. In Nederland is het woord onbekend; men heeft er geen verzekering die specifiek voor ziekenhuisopnames geldt. Opname in een ziekenhuis wordt in Nederland gedekt door de algemene ziektekostenverzekering.
Zie ook
Baxter / infuus
Gekwetst / gewond
Hospitaal / ziekenhuis
Naslagwerken
hospitaliseren | |
Grote Van Dale (2005) | 1 (in een ziekenhuis) opnemen 2 in de verb. gehospitaliseerd raken, van het eigen milieu vervreemd raken door langdurig verblijf in een ziekenhuis |
Van Dale Hedendaags Nederlands (2006) |
[ov. ww.] (iem.) in een ziekenhuis opnemen [onov. ww.] zo gewend raken aan de verzorging in een ziekenhuis of inrichting dat men zich daarbuiten moeilijk kan handhaven |
Verschueren (1996) | 1. (is) Onoverg. door langdurig verblijf in een ziekenhuis het leven erbuiten niet meer aankunnen. 2. (heeft) Overg. Z.N. in een ziekenhuis opnemen. |
Koenen (1999) | 1 opnemen in een ziekenhuis; 2 (laten) wennen aan het verblijf in een ziekenhuis |
Correct Taalgebruik (2006), p. 113 | Het werkwoord hospitaliseren betekent: vervreemden van het eigen milieu door langdurig verblijf in het ziekenhuis. (…) In andere betekenissen gebruiken we opnemen (in een ziekenhuis) |
Woordenboek Correct Taalgebruik (2004), p. 119 | [wordt afgekeurd] (trans.) (in een ziekenhuis) opnemen. - wel: (intrans.) het gewend raken aan het verblijf in een ziekenhuis zodat men van de eigen omgeving vervreemdt. |
Taalwijzer (2000), p. 246 | [bij opnemen, wordt afgekeurd] niet: hospitaliseren of hospitalisatie |
Stijlboek VRT (2003), p. 117 | Hospitaliseren betekent: zo gewend raken aan de verzorging in een ziekenhuis of inrichting dat men zich daarbuiten moeilijk kan handhaven. Niet gebruiken voor: in een ziekenhuis opnemen. |
Vlaams-Nederlands woordenboek (2003) | iemand hospitaliseren, iemand in het ziekenhuis opnemen |
Het Witte Woordenboek Nederlands (2007) | in een ziekenhuis opnemen; zie ook -> gehospitaliseerd |
Prisma Handwoordenboek Nederlands (2009) | in een ziekenhuis opnemen; zie ook -> gehospitaliseerd |
hospitalisatie | |
Grote Van Dale (2005) | 1 (niet alg.) ziekenhuisopname 2 ontgroeiing aan het eigen milieu door langdurig verblijf in een ziekenhuis |
Van Dale Hedendaags Nederlands (2006) | (Belg.) ziekenhuisopname |
Koenen (2006) | 1 het opnemen in een ziekenhuis 2 gewenning aan het verblijf in een ziekenhuis |
Woordenboek Correct Taalgebruik (2004), p. 119 | [wordt afgekeurd] ziekenhuisopname, (vaak verkort tot:) opname. WEL: vervreemding van het eigen milieu door lang verblijf in het ziekenhuis. |
Correct Taalgebruik (2006), p. 112 | Zoals hospitaliseren betekent hospitalisatie: vervreemding door langdurig verblijf in een ziekenhuis. We gebruiken dat woord niet voor wat we in het algemeen noemen: opname en opneming, al dan niet met de toevoeging in een ziekenhuis. (…) Soms kunnen ook andere woorden bruikbaar zijn: verblijf, verblijfsduur, verpleging, verplegingsduur. |
Vlaams-Nederlands woordenboek (2003) | ziekenhuisopname |
hospitalisatieverzekering | |
Grote Van Dale (2005) | (alg.Belg.N.) verzekering die de kosten van een eventuele ziekenhuisopname dekt |
Woordenboek Correct Taalgebruik (2004), p. 119 | [B] ziekenhuisverzekering. In Nederland bestaat zo'n afzonderlijke verzekering niet; de verzekering tegen de kosten van ziekenhuisopname is in Nederland een integraal onderdeel van de [NL] ziektekostenverzekering. |
Correct Taalgebruik (2006), p. 112 | Wat in België gemeenzaam 'hospitalisatieverzekering' wordt genoemd, is eigenlijk een ziekenhuiskostenverzekering. Dat woord wordt tot nog toe evenwel weinig gebruikt. |
Stijlboek VRT (2003), p. 117 | Hospitalisatieverzekering (een verzekering die de kosten van een opname in het ziekenhuis dekt) is een min of meer officiële term. |
Vlaams-Nederlands woordenboek (2003) | verzekering tegen ziekenhuiskosten |
Prisma Handwoordenboek Nederlands (2009) | BN ziekenhuiskostenverzekering |