Paar (op de gang staat / staan een – schoenen)
Paar (op de gang staat / staan een – schoenen)
Vraag
Wat is correct: Op de gang staat een paar schoenen of Op de gang staan een paar schoenen?
Antwoord
Zowel het enkelvoud (staat) als het meervoud (staan) is correct, maar er is wel een betekenisverschil.
Toelichting
Het enkelvoud is juist als het gaat om een bij elkaar horende linker- en rechterschoen; het gaat dan letterlijk om één paar (stel) schoenen, dus om precies twee schoenen. Het meervoud is juist als het om enkele schoenen gaat.
Bij groeps- en hoeveelheidsaanduidende woorden, zoals een groep, een bende en een menigte staat meestal een enkelvoudige persoonsvorm. Maar een paar en een heleboel zijn equivalenten van onbepaalde hoofdtelwoorden (zoals enige en enkele) geworden. Het meervoudige zelfstandig naamwoord dat erbij staat, bepaalt dat de persoonsvorm in het meervoud staat.
(1) Een paar mensen kwamen te laat.
(2) Een heleboel kinderen kijken graag televisie.
Als een paar ‘een vast tweetal’ betekent, is het zelfstandig naamwoord paar de kern van het onderwerp. De persoonsvorm staat dan in het enkelvoud.
(3) Een paar schoenen kost in die winkel hooguit veertig euro.
(4) In de plas lag een paar handschoenen.
Zie ook
Aantal (een – mensen waren / was)
Groep (een – ambtenaren gingen / ging)
Tal van mensen komt / komen
Zo’n zeven miljoen Japanners beoefent / beoefenen kendo
Naslagwerken
ANS (1997), p. 368 of online via de E-ANS online via de E-ANS ; Schrijfwijzer (2005), p. 197; Vraagbaak Nederlands (2005), p. 136
tao_adv (C)
1424
j
Woord of woordcombinatie,Woordgroep of zin,Hoofdrubriek,Woordvorm,Woordsoort
14 August 2009
10 December 2018