Jan z’n broer / Jan zijn broer / Jans broer

Jan z’n broer / Jan zijn broer / Jans broer

Vraag

Wat is correct: Jans broer, Jan zijn broer of Jan z’n broer?

Antwoord

De drie varianten zijn correct. Jan zijn broer en Jan z’n broer zijn de gebruikelijke vormen in gesproken taal en de weergave daarvan op schrift, en in informele geschreven taal. Jans broer wordt meestal gebruikt in geschreven taal, vooral in formele(re) contexten.

Daarnaast is een omschrijving met van mogelijk: de broer van Jan. Die vorm heeft een neutraal karakter en komt zowel in gesproken als geschreven taal vaak voor.

Toelichting

Jan z’n broer, Jan zijn broer en Jans broer zijn allemaal correct. Hetzelfde geldt voor de vrouwelijke vormen Karin haar huis en Karins huis. Karin d’r huis komt bijna uitsluitend in Nederland voor; in België is die vorm weinig of niet gebruikelijk. Als alternatief kan ook altijd een formulering met van gebruikt worden: de broer van Jan, het huis van Karin.

De varianten zijn en haar worden vaak in gesproken taal en in informele geschreven taal gebruikt. Zijn en haar kunnen verkort worden uitgesproken als [zən] en [dər]; de notaties daarvan in de schrijftaal zijn z’n en d’r. Omschrijvingen met van hebben een neutraal karakter.

(1a) Henk zijn/z’n neef werkt in een kroeg in het centrum. (informeel)

(1b) De neef van Henk werkt in een kroeg in het centrum.

(2a) Die ijssmaak met koffie en kaneel is mijn moeder haar favoriet. (informeel)

(2b) Die ijssmaak met koffie en kaneel is mijn moeder d’r favoriet. (informeel, in Nederland)

(2c) Die ijssmaak met koffie en kaneel is de favoriet van mijn moeder.

In formele(re) geschreven taal worden vaak vormen met een bezits-s gebruikt. Een omschrijving met van is ook altijd mogelijk.

(3a) De auteur verwijst hier naar Danneels’ kritiek op de euthanasie van Hugo Claus.

(3b) De auteur verwijst hier naar de kritiek van Daneels op de euthanasie van Hugo Claus.

Zeker als het om een erg plechtige situatie gaat, hebben die vormen de voorkeur: Gods voorzienigheid, koning Filips eed, de troonrede van koning Willem-Alexander.

Bijzonderheid

De bezitsvorm hun komt ook voor bij zelfstandige naamwoorden in het meervoud: de kinderen hun mening, mijn ouders hun auto.

Zie ook

Naamvallen (algemeen)
Volle en gereduceerde vormen van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (algemeen)

Italië’s / Italiës steunpilaren
James Joyce’s boek / James Joyce’ boek
Van Kootens en De Bies / Van Kooten en De Bies
Wie z’n / wiens

Naslagwerken

ANS (1997), p. 294-295 of online via de E-ANS online via de E-ANS, p. 822 of online online; Van Dale Taalhandboek Nederlands (2011), p. 200

apostrof,correctheid en betekenis,woordkeuze en stijl,naamvallen,voornaamwoord,spelling,woordgebruik,grammatica


tao_adv (C)
438
j
apostrof,correctheid,gepastheid,grammatica,naamvalsvormen,persoonsnamen,stijl,voornaamwoord,woordgebruik
Woordteken,Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Woordvorm,Subrubriek,Woordsoort
Hoofdrubriek:grammatica,woordgebruik;Subrubriek:persoonsnamen,stijl;Woord of woordcombinatie:correctheid,gepastheid;Woordsoort:voornaamwoord;Woordteken:apostrof;Woordvorm:naamvalsvormen
01 January 2004
27 August 2018