Die / dat (het boek -)
Die / dat (het boek -)
Vraag
Wat is correct: het boek die je voorleest of het boek dat je voorleest?
Antwoord
Correct is: het boek dat je voorleest. Naar een het-woord wordt met dat verwezen.
Toelichting
In de regel verwijst het betrekkelijk voornaamwoord die naar de-woorden en dat naar het-woorden.
de-woorden | het-woorden |
de man die daar staat | het boek dat ik lees |
de stoel die je ziet | het bedrag dat je betaalt |
de trein die vertrekt | het meisje dat mij aardig vindt |
de mozaïek die je mooi vindt | het huis dat ze gekocht hebben |
Vooral in gesproken taal duiken ook betrekkelijke bijzinnen op waarin naar het-woorden met die wordt verwezen. Ook het omgekeerde komt voor: naar de-woorden wordt soms met dat verwezen. Dergelijke verwijzingen zijn niet correct.
(1) ‘Het verdriet van België’ is een boek die iedereen zou moeten lezen. (fout)
(2) Het huis die je daar ziet, was vroeger van mijn grootouders. (fout)
(3) Onze trainer beschikt over een ploeg dat zelfverzekerd het ijs opgaat. (fout)
Bijzonderheid
In uitbreidende bijvoeglijke bijzinnen kan naar het-woorden die persoonsnamen aanduiden, soms wel met die verwezen worden.
(4) Zijn vriendinnetje, die ik net heb leren kennen, vindt mij wel aardig.
Zie ook
Verwijzingsproblemen met voornaamwoorden van de derde persoon enkelvoud (algemeen)
Die / dat (de maanden – je afwezig was)
Die / dat (eentje -)
Die / dat (elke onderwijsinstelling of bedrijf)
Die / dat (geen haar op mijn hoofd – daaraan denkt)
Die / dat (het meisje -)
Wat / dat (het boek -)
Naslagwerken
ANS (1997), p. 330 of online via de E-ANS online via de E-ANS; Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw (1999), p. 174-177
tao_adv (C)
1385
j
Hoofdrubriek,Subrubriek,Woordsoort,Woord of woordcombinatie
17 June 2008
10 December 2018