50 zoekresultaten voor
Aantal resultaten per pagina: 102050100alle

adviezen>woordgebruik>correctheid en betekeniswoordkeuze en stijladviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>werkwoordUitwijden / uitweiden Vraag Is het uitwijden of uitweiden, in de betekenis ‘uitvoerig spreken’? Antwoord In de betekenis ‘uitvoerig spreken’ wordt uitweiden met een korte ei gespeld. Het minder gebruikelijke werkwoord uitwijden betekent ‘wijder …

Uitwijden / uitweiden Lees meer »

adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordUitgeplozen / uitgepluisd Vraag Is het uitgepluisd of uitgeplozen in de zin Ik heb helemaal uitgepluisd/uitgeplozen welke route we het best kunnen volgen? Antwoord Het is: uitgeplozen. Toelichting Uitpluizen is een sterk werkwoord. Bij de vervoeging …

Uitgeplozen / uitgepluisd Lees meer »

adviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>zelfstandig naamwoordStampei / stampij Vraag Wat is de juiste spelling: stampei of stampij? Antwoord Beide spellingen zijn correct. Toelichting Stampij (‘herrie, drukte die iemand om iets maakt’) komt van het Oudfranse estampie (‘gehuppel’, ‘danslied’, ‘lawaai’), dat weer van …

Stampei / stampij Lees meer »

adviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordSkiën (vervoeging) Vraag Wat is de correcte vervoeging van het werkwoord skiën? Antwoord Tegenwoordige tijd: ik ski, jij skiet, ski je, hij/zij skiet, wij/jullie/zij skiën.Verleden tijd: ik skiede, jij skiede, skiede je, hij/zij skiede, wij/jullie/zij skieden.Voltooid deelwoord: geskied.Gebiedende …

Skiën (vervoeging) Lees meer »