Categorie: klinkers en tweeklanken
Uitwijden / uitweiden
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekeniswoordkeuze en stijladviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>werkwoordUitwijden / uitweiden Vraag Is het uitwijden of uitweiden, in de betekenis ‘uitvoerig spreken’? Antwoord In de betekenis ‘uitvoerig spreken’ wordt uitweiden met een korte ei gespeld. Het minder gebruikelijke werkwoord uitwijden betekent ‘wijder …
Uitgeplozen / uitgepluisd
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordUitgeplozen / uitgepluisd Vraag Is het uitgepluisd of uitgeplozen in de zin Ik heb helemaal uitgepluisd/uitgeplozen welke route we het best kunnen volgen? Antwoord Het is: uitgeplozen. Toelichting Uitpluizen is een sterk werkwoord. Bij de vervoeging …
Tokyo / Tokio
adviezen>spelling>klinkers en tweeklankenTokyo / Tokio Vraag Wat is de aanbevolen vorm in het Nederlands: Tokio of Tokyo? Antwoord De aanbevolen vorm in het Nederlands is Tokio. Het is ook de gebruikelijkste vorm. Toelichting Bij buitenlandse aardrijkskundige namen nemen we in …
Stampei / stampij
adviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>zelfstandig naamwoordStampei / stampij Vraag Wat is de juiste spelling: stampei of stampij? Antwoord Beide spellingen zijn correct. Toelichting Stampij (‘herrie, drukte die iemand om iets maakt’) komt van het Oudfranse estampie (‘gehuppel’, ‘danslied’, ‘lawaai’), dat weer van …
Skiën (vervoeging)
adviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordSkiën (vervoeging) Vraag Wat is de correcte vervoeging van het werkwoord skiën? Antwoord Tegenwoordige tijd: ik ski, jij skiet, ski je, hij/zij skiet, wij/jullie/zij skiën.Verleden tijd: ik skiede, jij skiede, skiede je, hij/zij skiede, wij/jullie/zij skieden.Voltooid deelwoord: geskied.Gebiedende …