411 zoekresultaten voor
Aantal resultaten per pagina: 102050100alle

adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>spelling>d t of dtadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordHij wilt / wil Vraag Is het hij wilt of hij wil? Antwoord Correct is hij wil. Toelichting Het werkwoord willen is onregelmatig. Bij de meeste werkwoorden krijgt de vorm van de tegenwoordige tijd voor …

Hij wilt / wil Lees meer »

adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordZou / zal (Het – je maar gebeuren) Vraag Wat is juist: Het zal je maar gebeuren of Het zou je maar gebeuren? Antwoord Het zal je maar gebeuren is correct om een mo­ge­lijk­heid aan te geven die …

Zou / zal (Het – je maar gebeuren) Lees meer »

adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>uitspraak en klemtoon>uitspraak en klemtoonadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordOverhaald / overgehaald (hij heeft me -) Vraag Wat is correct: Hij heeft me overgehaald om mee te gaan of Hij heeft me overhaald om mee te gaan? Antwoord Beide mogelijkheden zijn correct: Hij …

Overhaald / overgehaald (hij heeft me -) Lees meer »

adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>spelling>klinkers en tweeklankenadviezen>grammatica>werkwoordLeidt / lijdt (het – geen twijfel) Vraag Wat is juist: Het lijdt geen twijfel of Het leidt geen twijfel? Antwoord Juist is Het lijdt geen twijfel. Toelichting Het werkwoord lijden betekent onder meer ‘ondervinden, doorstaan’. …

Leidt / lijdt (het – geen twijfel) Lees meer »