Gebruikmaken / gebruik maken
Gebruikmaken / gebruik maken
Vraag
Moet je schrijven gebruikmaken of gebruik maken?
Antwoord
Volgens de Woordenlijst is gebruikmaken de correcte spelling. De schrijfwijze gebruik maken is evenwel ook verdedigbaar.
Toelichting
Veel werkwoorden kunnen worden samengesteld met een zelfstandig naamwoord: vormgeven, vioolspelen, kaartleggen, standhouden. Samenstellingen van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord schrijven we aan elkaar. Andere combinaties van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord vormen een woordgroep. Zulke combinaties schrijven we los: cello spelen, gas geven, rekening houden (met).
Voor de taalgebruiker is het niet altijd duidelijk wanneer we met een samenstelling te maken hebben en wanneer met een woordgroep. Sluitende regels zijn daarvoor niet te geven, maar er zijn wel enkele tendensen:
– Sommige combinaties groeien aan elkaar door veelvuldig gebruik. Ze vormen dan een samenstelling. Voorbeelden van combinaties die door frequent gebruik aaneengegroeid zijn: vioolspelen, pianospelen, vormgeven, kaartleggen.
– Combinaties die een specifieke, vaak figuurlijke betekenis hebben gekregen, worden aan elkaar geschreven. De betekenis van de combinatie is in dat geval vaak specifieker dan de letterlijke betekenis van de som van de delen. Voorbeelden zijn ademhalen en plaatsvinden. Vergelijk met bijvoorbeeld water halen en geld vinden.
– Combinaties waarin we één hoofdklemtoon horen, vormen dikwijls een samenstelling. Twee hoofdklemtonen duiden op een woordgroep. In de samenstelling stófzuigen horen we bijvoorbeeld maar één hoofdklemtoon; in wáter zúígen horen we twee klemtonen.
Bij twijfel over de schrijfwijze zal de Woordenlijst of een woordenboek vaak uitkomst moeten bieden. Koffiezetten, koffiedrinken, pianospelen en vioolspelen zijn daarin bijvoorbeeld als samenstelling opgenomen, maar gas geven, gitaar spelen en cello spelen niet.
In een aantal gevallen zijn beide schrijfwijzen verdedigbaar. Sommige combinaties kunnen we namelijk op twee manieren opvatten: als een samenstelling, of als een woordgroep. Dat blijkt onder andere bij de ontkenning.
Als een combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord met geen wordt ontkend, wordt die combinatie als een woordgroep beschouwd: het telwoord geen ontkent alleen het zelfstandig naamwoord.
(1a) Miguel beweert dat hij geen gebruik maakt van onze service.
(2a) Ze zal geen stand houden in het gevecht.
Als in de ontkenning het bijwoord niet gebruikt wordt, wordt zowel het werkwoord als het zelfstandig naamwoord ontkend. In dat geval wordt de combinatie van werkwoord en zelfstandig naamwoord als een samenstelling beschouwd.
(1b) Miguel beweert dat hij niet gebruikmaakt van onze service.
(2b) Ze zal niet standhouden in het gevecht.
Bijzonderheid
Als de infinitief van een werkwoord een samenstelling is, schrijven we ook het voltooid deelwoord, het tegenwoordig deelwoord en de vervoegde vormen van dat werkwoord aaneen.
(3) De storm heeft lelijk huisgehouden in New Orleans.
(4) Vioolspelend wandelde hij over het podium.
(5) Weet jij nog wie vorig jaar in die klas lesgaf?
Als het eerste deel van het werkwoord volgt op het tweede deel, of als er andere woorden tussen de delen staan, schrijven we de delen uiteraard los, zoals bij andere scheidbaar samengestelde werkwoorden.
(6) Knokkelkoorts houdt huis in Suriname.
(7) Mijn broer speelt viool op bijna professioneel niveau.
(8) Bernice geeft nog altijd les bij ons op school.
Als we te maken hebben met een niet-scheidbaar samengesteld werkwoord, wordt de persoonsvorm altijd aan elkaar geschreven:
(9) Hij beeldhouwt voornamelijk naakten en roofdieren.
(10) Zij stofzuigt iedere dag het hele kantoorgebouw.
Zie ook
Woordgroep of samenstelling? (Leidraad 6.8)
Afwillen / af willen
In bedrijf stelling / inbedrijfstelling
Rekeninghoudend / rekening houdend
Te kort schieten / tekortschieten, te kort komen / tekortkomen
Naslagwerken
tao_adv (C)
309
j
Subrubriek,Woordvorm,Hoofdrubriek,Woordsoort
01 January 2004
06 September 2018