Komma bij beperkende en uitbreidende bijvoeglijke bijzinnen

Komma bij beperkende en uitbreidende bijvoeglijke bijzinnen

Vraag

Komt er een komma na scholieren in de zin De scholieren(,) die slechte cijfers haalden, kregen bijles?

Antwoord

Of er wel of niet een komma moet staan, hangt af van de betekenis van de zin. Als de zin uitdrukt dat alle scholieren slechte cijfers haalden en daarom bijles kregen, dan staat er een komma na scholieren. Als de zin uitdrukt dat sommige scholieren (maar niet alle) slechte cijfers haalden en dat alleen die scholieren bijles kregen, dan komt er geen komma na scholieren.

Toelichting

De regel voor het gebruik van komma’s voor een bijvoeglijke bijzin luidt: plaats een komma voor uitbreidende bijzinnen, maar niet voor beperkende bijzinnen. Een uitbreidende bijzin voegt extra informatie toe, die in principe ook weggelaten zou kunnen worden. Een beperkende bijzin is niet weglaatbaar en specificeert (‘beperkt’) de betekenis van het antecedent.

De komma kan dus voor een betekenisverschil zorgen. Enkele voorbeelden.

(1a) De journalisten, die de verklaring niet ondertekend hadden, werden opgepakt. (uitbreidend: de journalisten hebben de verklaring allemaal niet ondertekend)

(1b) De journalisten die de verklaring niet ondertekend hadden, werden opgepakt. (beperkend: enkele journalisten hebben niet ondertekend, andere wel)

(2a) De verpakkingen, die hergebruikt kunnen worden, worden apart ingezameld. (uitbreidend: de verpakkingen kunnen allemaal hergebruikt worden)

(2b) De verpakkingen die hergebruikt kunnen worden, worden apart ingezameld. (beperkend: het gaat alleen om de verpakkingen die hergebruikt kunnen worden, niet om alle verpakkingen)

Zin (1a) deelt over een binnen de tekst of context bekend aantal journalisten mee dat ze opgepakt werden. Er wordt bij vermeld dat ze geen van allen de verklaring ondertekend hadden. Zin (1b) drukt uit dat alleen die journalisten opgepakt werden die de verklaring niet ondertekend hadden.

Zin (2a) drukt uit dat de verpakkingen waarvan eerder in de tekst melding is gemaakt (blijkbaar alle verpakkingen waarvan sprake is) apart ingezameld worden; in zin (2b) zijn het slechts de herbruikbare verpakkingen (en geen andere) die worden ingezameld.

Om te beoordelen of je met een uitbreidende of beperkende bijzin te maken hebt, kun je nagaan of de bijzin kan worden weggelaten zonder dat er noodzakelijke informatie verloren gaat. Als dat zo is, betreft het namelijk extra, ‘uitbreidende’ informatie. In dat geval is een komma aan het begin van de bijzin vereist. De bijzin zou dan ook tussen haakjes kunnen staan, of tussen twee gedachtestrepen. Als de bijzin niet kan worden gemist zonder dat de betekenis van de zin ingrijpend verandert, dan betreft het een beperkende bijzin, zonder komma aan het begin.

Aan het begin van een uitbreidende bijzin valt een korte rust bij het hardop lezen. Bij nadrukkelijk voorlezen wordt de uitbreidende bijzin ook op een lagere toon uitgesproken, vergelijkbaar met een zin tussen haakjes. Bij een beperkende bijzin is er geen sprake van een dergelijke rust, en wordt dus ook geen komma geplaatst.

Het betekenisverschil tussen een beperkende bijzin (geen komma) en een uitbreidende bijzin (wel een komma) is lang niet altijd duidelijk.

(3a) Ze was de bedenker van een leuk initiatief dat veel heeft opgeleverd.

(3b) Ze was de bedenker van een leuk initiatief, dat veel heeft opgeleverd.

(4a) De commissie maakte een rapport met aanbevelingen waarmee weinig is gedaan.

(4b) De commissie maakte een rapport met aanbevelingen, waarmee weinig is gedaan.

Het verschil tussen (3a) en (3b) is klein. In zin (3b) is het iets duidelijker dan in zin (3a) dat veel heeft opgeleverd toegevoegde informatie is. Datzelfde geldt voor het verschil tussen zin (4a) en (4b): in (4b) wordt meer benadrukt dat waarmee weinig is gedaan extra informatie geeft.

Na een bijvoeglijke bijzin, of die nu uitbreidend is of beperkend, komt vrijwel altijd een komma, vooral als de bijzin eindigt met een persoonsvorm en de hoofdzin met een persoonsvorm verdergaat (zie de zinnen (1a), (1b), (2a) en (2b)). In het algemeen staat tussen twee persoonsvormen namelijk een komma.

De komma aan het einde van een bijzin heeft als functie om de structuur van de zin te verduidelijken. Als die structuur duidelijk genoeg is, kan de komma na een beperkende bijvoeglijke bijzin weggelaten worden. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als er nog slechts één of enkele woorden volgen.

(5a) Natuurlijk zijn dikke rapporten die bol staan van het jargon, niet uitnodigend.

(5b) Natuurlijk zijn dikke rapporten die bol staan van het jargon niet uitnodigend.

(6a) Ze leren professionals die bij de overheid werken, om begrijpelijk te schrijven.

(6b) Ze leren professionals die bij de overheid werken om begrijpelijk te schrijven.

Zie ook

Als / zoals
Een van de collega’s die komt / komen
Komma na een bijwoordelijke beknopte bijzin
Komma na eerste zinsdeel
Komma tussen hoofdzin en bijzin bij onderschikkende voegwoorden
Komma tussen twee werkwoordsvormen
Komma voor en na een bijvoeglijke beknopte bijzin

Naslagwerken

ANS (1997), p. 859-860 of online via de E-ANS; Leestekens (2016), p. 35; Schrijfwijzer (2020), p. 470-473, Nieuwe leestekenwijzer (2019), p. 60-66

correctheid en betekenis,komma,woordgebruik,leestekens


tao_adv (C)
459
j
betekenis,conventies,komma,nevenschikking_en_onderschikking
Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Leesteken,Woordgroep of zin
Hoofdrubriek:conventies;Leesteken:komma;Woord of woordcombinatie:betekenis;Woordgroep of zin:nevenschikking_en_onderschikking
01 January 2004
10 April 2017