Zaterdag / op zaterdag / (’s) zaterdags
Zaterdag / op zaterdag / (’s) zaterdags
Vraag
Is er betekenisverschil tussen (’s) zaterdags, op zaterdag en zaterdag?
Antwoord
Ja, ’s zaterdags betekent doorgaans ‘elke zaterdag’; op zaterdag wordt ook gebruikt in de betekenis ‘op één (bepaalde) zaterdag’; zaterdag komt als bijwoord alleen in de laatste betekenis voor.
Toelichting
De namen van de dagen van de week kunnen zonder lidwoord of een andere toevoeging als bepaling van tijd worden gebruikt. Ze verwijzen dan naar één bepaalde dag. Voorbeelden:
(1) Dat karwei wil ik (komende week/aanstaande) donderdag eindelijk geklaard hebben.
(2) Dat heb ik (vorige week/afgelopen) woensdag met hem afgesproken.
In deze betekenis kan de naam van de dag ook worden voorafgegaan door het voorzetsel op (op zaterdag enzovoort). Voorbeeld:
(3a) De komende week moet ik op woensdag naar de tandarts en op donderdag naar de opticien.
Deze voorzetselbepalingen kunnen ook worden gebruikt om dagen aan te duiden waarop de handeling of gebeurtenis gewoonlijk plaatsvindt of als het gaat om elke zaterdag enzovoort. Voorbeeld:
(4a) Op maandag doet ze altijd de was en op dinsdag dweilt ze de keukenvloer.
Van de namen van de dagen van de week kunnen ook zogenoemde tijdsbepalende genitieven worden gevormd met het achtervoegsel -s, in bepaalde gevallen voorafgegaan door ’s ((’s) zaterdags enzovoort). Deze vormen worden vooral in de laatste betekenis (‘elke zaterdag’ enzovoort) gebruikt; in de betekenis ‘op één (bepaalde) zaterdag’ enzovoort zijn ze niet of niet altijd mogelijk:
(3b) De komende week moet ik ’s woensdags naar de tandarts en donderdags naar de opticien. (minder gangbaar)
(4b) ’s Maandags doet ze altijd de was en dinsdags dweilt ze de keukenvloer.
Zie ook
Naslagwerken
ANS (1997), p. 220, 223 of online via de E-ANS online via de E-ANS, p. 1197 of online online
tao_adv (C)
928
j
Woord of woordcombinatie,Woordsoort,Woordvorm,Subrubriek,Hoofdrubriek
01 January 2004
29 August 2019