Vijftigplusser / 50 plusser / 50-plusser / 50+’er
Vijftigplusser / 50 plusser / 50-plusser / 50+’er
Vraag
Wat is de correcte schrijfwijze: een vijftigplusser, een 50 plusser, een 50-plusser of een 50+’er?
Antwoord
Correct zijn: een vijftigplusser, een 50-plusser en een 50+’er.
Toelichting
Vijftigplusser is een samenstellende afleiding: het is een afleiding op -er van vijftig + plus, terwijl er geen samenstelling vijftigplus bestaat. Soortgelijke gevallen zijn zestigplusser, achttienminner, veertigjarig, zesendertigurig, tweejaarlijks enzovoort.
Als het telwoord in zulke woorden in cijfers wordt weergegeven, komt er een koppelteken na het cijfer: 60-plusser, 18-minner, 40-jarig, 36-urig, 2-jaarlijks.
Als plus met het teken ‘+’ wordt weergegeven, schrijven we het cijfer en het teken aan elkaar in de afleiding, en een apostrof voor het achtervoegsel er: 50+’er. Dat geldt ook als min met het teken ‘-‘ wordt weergegeven: 18-‘er.
Bijzonderheid
Woorden als dertigplusfuif en veertigplusfeestje zijn samenstellingen. Als het getal in cijfers wordt weergeven, komt er een spatie na het cijfer: 30 plusfuif, 40 plusfeestje. De juiste schrijfwijze met het plusteken is: 30+-fuif, 40+-feestje.
Zie ook
Samenstelling – bijzondere gevallen met koppelteken (Leidraad 6.3)
Afleiding – bijzonder geval: afleiding van letter, cijfer, symbool of initiaalwoord (Leidraad 6.4)
Top-10-plaat / top 10 plaat / top 10-plaat
Twintigeurobiljet / 20 eurobiljet / €20-biljet
Naslagwerken
Woordenlijst (2015); Grote Van Dale (2015); Spellingwijzer Onze Taal (2015)
tao_adv (C)
1850
j
Subrubriek,Woordvorm,Woordteken,Hoofdrubriek
21 June 2018
29 May 2019