Je wil, zal, kan / je wilt, zult, kunt
Je wil, zal, kan / je wilt, zult, kunt
Vraag
Wat is juist: je wil, je zal en je kan of je wilt, je zult en je kunt?
Antwoord
Zowel je wil, je zal en je kan als je wilt, je zult en je kunt zijn correct. Je wil, je zal en je kan worden in Nederland als informeler beschouwd.
Toelichting
Bij de persoonlijke voornaamwoorden van de tweede persoon enkelvoud (je en jij) wordt in het hele taalgebied wilt, zult en kunt gebruikt, en wil, zul en kun bij inversie.
(1a) Voor je een huis gaat kopen, moet je eerst goed nadenken wat je wilt.
(2a) Carla, je zult toch wat voorzichtiger moeten zijn.
(3a) Kun je maandag op de kinderen passen?
Daarnaast zijn ook de vormen correct die normaal gebruikt worden voor de eerste persoon enkelvoud (ik) en derde persoon enkelvoud (hij/zij/het): wil, zal, kan. In Nederland worden deze vormen als informeler beschouwd.
(1b) Voor je een huis gaat kopen, moet je eerst goed nadenken wat je wil.
(2b) Carla, je zal toch wat voorzichtiger moeten zijn.
(3b) Kan je maandag op de kinderen passen?
Als je de betekenis van ‘men’ heeft, speelt dat stijlverschil een minder grote rol.
(4a) Je kan tegenwoordig ook nergens komen of mensen zitten op hun telefoon te kijken.
(4b) Je kunt tegenwoordig ook nergens komen of mensen zitten op hun telefoon te kijken.
Zie ook
Hij wilt / wil
U heeft / hebt
U is / bent
U wil, zal, kan / u wilt, zult, kunt
Zou / zal (Het – je maar gebeuren)
Naslagwerken
ANS (1997), p. 96-100 of of online via de E-ANS online via de E-ANS; Schrijfwijzer (2012), p. 244; Van Dale Taalhandboek Nederlands (2011), p. 173
tao_adv (C)
442
j
Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Subrubriek,Woordvorm,Woordsoort
01 January 2004
06 December 2018