Irriteren / ergeren
Irriteren / ergeren
Vraag
Is het juist om te zeggen: Ik irriteer me aan zijn slordigheid?
Antwoord
Nee. Correct is: Ik erger me aan zijn slordigheid of Zijn slordigheid irriteert me.
Toelichting
De betekenissen van irriteren en ergeren liggen dicht bij elkaar, maar deze werkwoorden verschillen gedeeltelijk in hun gebruiksmogelijkheden.
Ergeren en irriteren zijn beide overgankelijke werkwoorden (ze verlangen een lijdend voorwerp bij zich). De volgende zinnen zijn allebei goed; me is hier het lijdend voorwerp.
(1a) Zijn slordigheid ergert me.
(1b) Zijn slordigheid irriteert me.
Het verschil tussen de twee werkwoorden is dat ergeren ook wederkerend kan worden gebruikt, eventueel in combinatie met een voorzetselvoorwerp zoals in Ik erger me aan zijn slordigheid. Irriteren kent die mogelijkheid niet, maar wordt – onder invloed van zich ergeren – toch vaak zo gebruikt. Een zin als Ik irriteer me aan zijn slordigheid wordt echter nog algemeen als fout beschouwd.
(2a) Ik erger me aan het geblaf van die honden.
(2b) Ik irriteer me aan het geblaf van die honden. (fout)
Correcte mogelijkheden zijn verder zich storen aan of iets stoort iemand.
(3) Mensen storen zich vaak aan slechte tafelmanieren bij anderen.
(4) Stoort het je dat ik het raam even openzet?
Zie ook
Onovergankelijk gebruik van overgankelijke werkwoorden (algemeen)
Communiceren: iets communiceren
Herinneren / zich herinneren
Uitzaaien / zich uitzaaien
Zich bedenken / bedenken
Zich beseffen / beseffen
Naslagwerken
Schrijfwijzer (2005), p. 199
tao_adv (C)
431
j
Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Woordsoort
01 January 2004
08 March 2017