Vraag

Wat is de correcte spelling: er van langs geven / krijgen, ervan langs geven / krijgen of ervanlangs geven / krijgen?

Antwoord

Correct zijn ervan langs geven en ervan langs krijgen.

Toelichting

De combinatie ervan + een voorzetsel/bijwoord wordt doorgaans als een voornaamwoordelijk bijwoord beschouwd, als het voorzetsel/bijwoord geen deel is van een scheidbaar samengesteld werkwoord. We schrijven de voornaamwoordelijke bijwoorden ervanaf, ervantussen en ervandoor in één woord (zie de a-zinnen hieronder), tenzij er een ander zinsdeel tussen staat (zie de b-zinnen).

(1a) Ik heb de modder ervanaf geboend.

(1b) Ik heb de modder er zo goed mogelijk vanaf geboend.

(2a) De dieven zijn ervantussen gegaan.

(2b) De dieven zijn er helaas vantussen gegaan.

(3a) Vind je dat een fooi ervanaf kan?

(3b) Vind je dat er een fooi vanaf kan?

(4a) Als er gevaar dreigt, gaat de steenbok ervandoor.

(4b) Als er gevaar dreigt, gaat de steenbok er razendsnel vandoor.

In de combinaties ervan()langs geven (‘slaan’) en ervan()langs krijgen (‘geslagen worden’) worden ervan en langs van oudsher los geschreven. Langs maakt in deze combinatie geen deel uit van het werkwoord (langsgeven en langskrijgen bestaan niet), en het vormt evenmin een eenheid met ervan.

(5a) Ik heb hem eens flink ervan langs gegeven.

(5b) Ik heb hem er eens flink van langs gegeven.

(6a) Een leerling die zicht slecht gedraagt, zal ervan langs krijgen.

(6b) Een leerling die zicht slecht gedraagt, zal er ongetwijfeld van langs krijgen.

Zie ook

Woordgroep of samenstelling? (Leidraad 6.8)
Los, aaneen of met een koppelteken (Leidraad 6)
Aaneenschrijven van combinaties met er, daar, hier en waar (algemeen)

Er vandoor gaan / ervandoor gaan
Ervan uitgaan
Ervooruit / ervoor uit (hij komt -)
Naar toe / naartoe

Naslagwerken

ANS: Voornaamwoordelijke bijwoorden met een bijwoord van plaats en een voorzetsel als basis; Woordenlijst (2015)