Categorie: voorzetsel
Op restaurant gaan / naar een restaurant gaan
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenishet juiste voorzetseladviezen>grammatica>voorzetselzelfstandig naamwoordOp restaurant gaan / naar een restaurant gaan Vraag Wat is de juiste combinatie: op restaurant gaan of naar een restaurant gaan? Antwoord Beide zijn juist. Naar een restaurant gaan of uit eten gaan is …
Op zak steken / in zijn zak steken
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenishet juiste voorzetseladviezen>grammatica>voorzetselOp zak steken / in zijn zak steken Vraag Is (iets) op zak steken, bijvoorbeeld in de zin De eigenaar van de firma heeft de btw op zak gestoken correct? Antwoord Ja, in die betekenis is …
Op zowel maandag als op dinsdag / op zowel maandag als dinsdag / zowel op maandag als op dinsdag / zowel op maandag als dinsdag
adviezen>grammatica>samentrekkingvoorzetselwoordvolgordeOp zowel maandag als op dinsdag / op zowel maandag als dinsdag / zowel op maandag als op dinsdag / zowel op maandag als dinsdag Vraag Welke van de volgende zinnen zijn correct? – Zowel op maandag als op dinsdag …
Op / aan het einde van (de maand)
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenishet juiste voorzetseladviezen>grammatica>voorzetselzelfstandig naamwoordOp / aan het einde van (de maand) Vraag Wat is juist: Hij wordt op het einde van de maand vijftig jaar of Hij wordt aan het einde van de maand vijftig jaar? Antwoord Op …
Op / in de bus
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenishet juiste voorzetseladviezen>grammatica>voorzetselzelfstandig naamwoordOp / in de bus Vraag Wat is het juiste voorzetsel in de volgende zin: We zaten gisteravond helemaal alleen in de bus of We zaten gisteravond helemaal alleen op de bus? Antwoord In de …