Burgerlijk / civiel

Burgerlijk / civiel

Vraag

In welke context gebruiken we burgerlijk en in welke context civiel?

Antwoord

Burgerlijk gebruiken we in een aantal combinaties als burgerlijk ingenieur (in België), burgerlijke staat, burgerlijke stand, burgerlijk jaar en burgerlijk recht. Civiel gebruiken we onder andere in civiel ingenieur (in Nederland), civiele lijst, civieltechnische werken, civiel recht en civielrechtelijk.

Toelichting

In de standaardtaal gebruiken we in bepaalde woordcombinaties civiel, en in andere combinaties burgerlijk.

In namen van functies of instellingen waar burgerlijk de betekenis heeft van ‘niet-militair’ kan men meestal een samenstelling gebruiken met burger-: burgerbevolking, burgerluchtvaart, burgerpersoneel.

Wanneer het zelfstandig naamwoord zich niet leent tot een samenstelling van burger + zelfstandig naamwoord, dan gebruiken we het bijvoeglijk naamwoord burgerlijk, bijvoorbeeld in: burgerlijk ingenieur (in België), burgerlijke stand, burgerlijke staat en burgerlijk jaar. De benaming burgerlijk ingenieur in België komt ongeveer overeen met civiel ingenieur in Nederland. De burgerlijke stand is de afdeling van het gemeentebestuur waar de registers van geboorte, huwelijk en overlijden worden bijgehouden. De burgerlijke staat is iemands rechtstoestand inzake geboorte, huwelijk enzovoort. Gebruikelijker dan burgerlijk jaar is kalenderjaar.

In een aantal woordcombinaties komt civiel voor, bijvoorbeeld in civiel ingenieur (in Nederland), civiele lijst, civieltechnische werken en in civielrechtelijk. De civiele lijst (vertaling van het Engelse civil list) is de toelage die toegekend wordt aan het staatshoofd en zijn hofhouding op de staatsbegroting. Een civiel ingenieur is een wegen- en waterbouwkundig ingenieur en civieltechnisch betekent ‘betrekking hebbend op wegenbouw en waterstaat’. Civielrechtelijk betekent ‘met betrekking tot het civiele recht of burgerlijk recht’ (beide termen worden in de standaardtaal gebruikt). De aansprakelijkheid op grond van het burgerlijk recht heet in Nederland wettelijke aansprakelijkheid, in België burgerlijke aansprakelijkheid.

Zie ook

Wettig – wettelijk

Naslagwerken

Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Verschueren (1996); Koenen (2006); Kramers (2000); Correct Taalgebruik (2006), p. 50; Woordenboek correct taalgebruik (2004), p. 49, 53; Taalwijzer (1998), p. 84; Stijlboek VRT (2003), p. 53, 60; Vlaams-Nederlands woordenboek (2003)

afleidingen,bijvoeglijk naamwoord,correctheid en betekenis,woordkeuze en stijl,samenstellingen,grammatica,woordgebruik



tao_adv (C)
151
j
afleiding,bijvoeglijk_naamwoord,correctheid,functienamen,gepastheid,officiele_termen,samenstelling,woordgebruik
Woordvorm,Woordsoort,Woord of woordcombinatie,Subrubriek,Hoofdrubriek
Hoofdrubriek:woordgebruik;Subrubriek:functienamen,officiele_termen;Woord of woordcombinatie:correctheid,gepastheid;Woordsoort:bijvoeglijk_naamwoord;Woordvorm:afleiding,samenstelling
01 January 2004
31 March 2014