Bijdehande / bijdehante
Bijdehande / bijdehante
Vraag
Wat is de vorm van bijdehand, wanneer er een buigings-e op volgt: bijdehande of bijdehante?
Antwoord
De verbogen vorm van bijdehand is bijdehante.
Toelichting
De oorsprong van het bijvoeglijk naamwoord bijdehand is nog doorzichtig: de voorzetselgroep bij de hand. De d van hand wordt aan het eind van het woord weliswaar als een t uitgesproken, maar in de meervoudsvorm handen en andere afleidingen als handel, handelen, handeling en handig wordt een d gehoord. Volgens de regel van de gelijkvormigheid behouden we de spelling met d daarom ook in bijdehand.
In het Nederlands worden bijvoeglijke naamwoorden in de regel verbogen door -e toe te voegen (eventueel met klinker– of medeklinkerverandering): groot – grote ogen, lief – een lieve meid, cool – coole T-shirts, gestrest – gestreste mensen, wit – witte muren. De verbogen vorm van bijdehand is echter niet bijdehande maar bijdehante. Dat heeft te maken met de uitspraak.
Nederlandse bijvoeglijke naamwoorden op -d behouden bij verlenging de spelling met d: koud – een koude winter, blind – een blinde man. In de verbogen vorm wordt de d in de regel stemhebbend uitgesproken. Volgens het beginsel van de gelijkvormigheid schrijven we de onverbogen vorm eveneens met een d, ook al wordt die d dan stemloos uitgesproken.
In tegenstelling tot andere verbogen vormen van bijvoeglijke naamwoorden op d, spreken we de verbogen vorm van bijdehand niet uit met [d], maar met [t]. Omwille van die stemloze uitspraak schrijven we ook een t in de spelling: bijdehante. Ook de vergrotende trap van bijdehand wordt met een t gespeld: bijdehanter. In de overtreffende trap verschijnt de d weer: bijdehandst.
Zie ook
Beginsel van de gelijkvormigheid (Leidraad 1.2)
Boute / boude
Relaxede / relaxte
Lelystedeling / Lelystatter
Naslagwerken
tao_adv (C)
123
j
Woordsoort,Woordvorm,Hoofdrubriek
01 January 2004
13 November 2015