Vraag

Mag je binnen één tekstgedeelte veranderen van werkwoordstijd?

Antwoord

Ja, dat mag, maar die omschakeling moet wel een doel hebben.

Toelichting

Wie bijvoorbeeld een verslag van gebeurtenissen schrijft in de onvoltooid verleden tijd of de voltooid tegenwoordige tijd, kan in dezelfde tekst of zelfs in dezelfde alinea de voltooid verleden tijd gebruiken om een gebeurtenis te beschrijven die er nog aan voorafging.

(1) Gisteren vond de algemene ledenvergadering plaats. (onvoltooid verleden tijd) De secretaris van het bestuur begon direct met het noteren van de aanwezigen. (onvoltooid verleden tijd) Dat was ze het jaar ervoor namelijk vergeten. (voltooid verleden tijd)

Met een tegenwoordige tijd kunnen sommige gebeurtenissen extra levendig voorgesteld worden.

(2) Rond het middaguur kwam ik aan bij het restaurant. (onvoltooid verleden tijd) Ik deed de deur open, liep naar binnen en wie zie ik staan: Erica! (onvoltooid tegenwoordige tijd)

Ook uitspraken die een algemene strekking hebben, kunnen in een tegenwoordige tijd staan.

(3) Vorige week is Maarten bij de uitwedstrijd van zijn favoriete voetbalclub geweest. (voltooid tegenwoordige tijd) Hij zat met het shirt van zijn club aan tussen de supporters van het thuisspelende team. (onvoltooid verleden tijd) Dat is natuurlijk niet slim om te doen! (onvoltooid tegenwoordige tijd) Hij zal zich de agressie nog lang herinneren. (onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd)

Zie ook

Tegenwoordige tijd of verleden tijd (algemeen)
Werkwoordstijden die iets over het verleden zeggen: voltooide versus onvoltooide tijden (algemeen)

Hij is / was / werd geboren in Hasselt
Hij vertelde dat hij een nieuwe vriendin heeft / had
Ik woonde vroeger in Gent / heb vroeger in Gent gewoond
We ontvingen uw brief / hebben uw brief ontvangen
Werkwoordstijd in verslag

Naslagwerken

Schrijfwijzer (2012), p. 253-254; ANS (1997), p. 118-133 of online via de E-ANS online via de E-ANS