Grammaticale functie van ‘het’ in ‘het er niet mee eens zijn’
Grammaticale functie van ‘het’ in ‘het er niet mee eens zijn’
Vraag
Welke grammaticale functie heeft het in de zin: Ik ben het er helemaal niet mee eens?
Antwoord
In de werkwoordelijke uitdrukking het eens zijn (met) is het niet mogelijk de functie van het nader te bepalen. Het kan alleen worden opgevat als een onderdeel van het naamwoordelijk gezegde het eens zijn (met het eens als naamwoordelijk deel van dat gezegde).
Toelichting
Bij bepaalde werkwoordelijke uitdrukkingen en een aantal werkwoorden fungeert het als een loos lijdend voorwerp, bijvoorbeeld in: het koud hebben, het druk hebben, het breed hebben, het (kunnen) rooien, het op een lopen zetten, het met iemand aan de stok krijgen, het goed met iemand kunnen vinden, het er aardig van af brengen, het op iemand gemunt hebben. Het heeft in die combinaties geen eigen betekenis, en geen verwijzende maar alleen een syntactische functie.
In de voorbeeldzin kan het niet als een loos lijdend voorwerp worden beschouwd: de zin bevat namelijk een koppelwerkwoord (zijn), en dat kan nooit een lijdend voorwerp bij zich hebben. Het kan ook niet worden benoemd als loos oorzakelijk voorwerp. Een oorzakelijk voorwerp kan namelijk nooit samen met een voorzetselvoorwerp (ermee) optreden.
Deze zin kan daarom alleen als volgt worden ontleed:
– Ik = onderwerp
– ben = werkwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde
– het eens = naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde
– ermee = voorzetselvoorwerp
– helemaal niet = bijwoordelijke bepaling van ontkenning.
Naslagwerken
ANS (1997), p. 1154 (loos lijdend voorwerp) of online via de E-ANS online via de E-ANS
tao_adv (C)
1160
j
Hoofdrubriek,Woordsoort,Woordgroep of zin
01 January 2004
15 June 2016