De meeste / het meeste indruk maken
De meeste / het meeste indruk maken
Vraag
Wat is correct: Matthijs heeft de meeste indruk gemaakt met zijn optreden of Matthijs heeft het meeste indruk gemaakt met zijn optreden?
Antwoord
Beide zinnen zijn correct. Ook een zin met het meest is correct: Matthijs heeft het meest indruk gemaakt met zijn optreden.
Toelichting
In de zin met de meeste is meeste een bijvoeglijke bepaling bij het zelfstandig naamwoord indruk; de is het bijbehorende lidwoord. In de zin met het meeste is het meeste in zijn geheel een bijwoordelijke bepaling, en dat geldt ook voor de zin met het meest. In die gevallen speelt het getal of geslacht van het zelfstandig naamwoord geen rol.
In de meeste indruk wordt meeste, de overtreffende trap van het onbepaalde telwoord veel, gebruikt als bijvoeglijke bepaling. Meeste zegt iets over het zelfstandig naamwoord dat erachter staat (indruk). Het zelfstandig naamwoord bepaalt het lidwoord: het is de indruk, en dus ook de meeste indruk. Ter vergelijking: de meeste fouten (de fouten), en het meeste geld (het geld).
(1a) Matthijs heeft de meeste indruk gemaakt met zijn optreden tijdens het open podium.
(2) In opgave 5 werden de meeste fouten gemaakt.
(3) Het meeste geld werd gestoken in de bouw van een nieuw klaslokaal.
In de zin Matthijs heeft het meeste indruk gemaakt is de combinatie het meeste een apart zinsdeel, namelijk een bijwoordelijke bepaling die iets zegt over het werkwoord, in dit geval de werkwoordelijke combinatie indruk maken. Het meeste indruk maken is vergelijkbaar met heel erg indruk maken. In de bijwoordelijke bepaling het meeste staat altijd het lidwoord het. In de schrijftaal is het overigens gebruikelijk om de slot-e van meeste weg te laten: het meest indruk maken.
(1b) Matthijs heeft het meest(e) indruk gemaakt met zijn optreden tijdens het open podium.
(4) Pieter heeft het meest(e) getwijfeld aan een goede afloop.
(5) Zij heeft het meest(e) haar best gedaan.
Bij werkwoordelijke combinaties met een enkelvoudig de-woord, zoals indruk maken, zijn de meeste en het meest(e) beide mogelijk.
(6) Kinderen hebben de meeste / het meest(e) behoefte aan structuur.
(7) Jullie offerte maakt de meeste / het meest(e) kans.
(8) Ik heb de meeste / het meest(e) moeite met rekenen.
Hetzelfde geldt voor dit soort combinaties met een meervoud.
(9) De thuisploeg heeft de meeste / het meest(e) fouten gemaakt.
(10) Het slechte weer heeft de meeste / het meest(e) problemen veroorzaakt.
Zie ook
Naslagwerken
ANS (1997), p. 422-423 of online via de E-ANS online via de E-ANS
tao_adv (C)
1196
j
Woordsoort,Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Woordvorm,Woordgroep of zin
01 January 2004
02 March 2017