Wel of geen -e achter een bijvoeglijk naamwoord (algemeen)
Wel of geen -e achter een bijvoeglijk naamwoord (algemeen)
2. Algemene regels
2.1 Bij de-woord (enkelvoud)
2.2 Bij een het-woord (enkelvoud)
2.3 Bij een meervoudig zelfstandig naamwoord
3. Nuanceringen en uitzonderingen
3.1 Vaste woordcombinaties met een het-woord
3.2 Functieaanduidingen met een de-woord
3.3 Welluidendheid en stilistische variatie
1. Inleiding Top
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een vorm zonder -e aan het eind en een vorm met -e: mooi – mooie, bijzonder – bijzondere, schuin – schuine. Soms wordt daarbij de slotmedeklinker verdubbeld of een dubbele klinker verenkeld: wit – witte, groot – grote. Ook komt het voor dat de slot-s of slot-f verandert in een z respectievelijk v: exclusief – exclusieve, serieus – serieuze. De vorm zonder -e wordt de onverbogen vorm genoemd, die met -e de verbogen vorm.
In deze tekst wordt uitgelegd in welke gevallen de verbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord kan worden gebruikt en in welke gevallen de onverbogen vorm.
Woorden die van zichzelf geen verbogen vorm hebben, blijven hier buiten beschouwing. Dat zijn bijvoorbeeld woorden die van zichzelf al op -e eindigen, zoals roze en oranje, woorden die op -en eindigen, zoals effen en ijzeren, verschillende leenwoorden, zoals de stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden plastic en aluminium, en (leen)woorden die op een klinker eindigen, zoals prima, kaki, indigo en sexy.
2. Algemene regels Top
Een bijvoeglijk naamwoord kan worden verbogen als het voor een zelfstandig naamwoord staat. Het al dan niet verbuigen hangt samen met de vraag of het voor een de-woord of een het-woord staat.
De algemene regels staan hieronder. Daarna volgen nuanceringen en uitzonderingen.
2.1. Bij een de-woord (enkelvoud) Top
Een bijvoeglijk naamwoord wordt in principe verbogen als het voor een de-woord staat. Het maakt daarbij niet uit of het lidwoord de, het lidwoord een of een ander woord eraan voorafgaat; ook als er géén lidwoord bij staat, wordt het bijvoeglijk naamwoord verbogen. Bijvoorbeeld: de gele bloem, een mooie auto, die Franse film, rode wijn.
2.2. Bij een het-woord (enkelvoud) Top
Een bijvoeglijk naamwoord voor een enkelvoudig het-woord wordt in principe verbogen als het wordt voorafgegaan door het lidwoord het, het aanwijzend voornaamwoord dit of dat, een bezittelijk voornaamwoord of een vooropgeplaatste bezitsvorm (genitief). Bijvoorbeeld: het witte paard, dit rode huis, dat lekkere bier, haar dure instrument, Jans nieuwe werk.
Als het bijvoeglijk naamwoord wordt voorafgegaan door een, elk, ieder, veel of zo’n, of als er niets voorafgaat, wordt het bijvoeglijk naamwoord niet verbogen. Bijvoorbeeld: een wit paard, elk rood huis, veel lekker bier, zo’n duur instrument, nieuw werk.
2.3. Bij een meervoudig zelfstandig naamwoord Top
Een bijvoeglijk naamwoord wordt in principe verbogen als het wordt gecombineerd met een meervoudig zelfstandig naamwoord: grote huizen, de gele bloemen, mooie auto’s.
3. Nuanceringen en uitzonderingen Top
Er zijn verschillende situaties waarin de hierboven genoemde algemene principes niet (of niet noodzakelijkerwijs) opgaan.
3.1 Vaste woordcombinaties met een het-woord Top
Een bijvoeglijk naamwoord voor een het-woord kan, ook in de onder punt 2 genoemde gevallen, onverbogen blijven in woordcombinaties die als ‘vaste verbindingen’ beschouwd worden. Daarmee worden combinaties bedoeld die als geheel een specifieke (soms vaktalige) betekenis hebben, of woorden die dermate vaak in die combinatie voorkomen dat ze als een onlosmakelijk geheel beschouwd worden.
Voorbeelden daarvan zijn: het bijvoeglijk naamwoord, het christelijk geloof, het hoger onderwijs, het Belgisch elftal, het centraal station, het openbaar vervoer, het cultureel erfgoed. Er bestaan geen vastomlijnde regels die bepalen welke combinaties hier wel onder vallen en welke niet, en ook zijn er geen uitputtende lijsten van te geven; soms is er sprake van twee mogelijkheden, al naar gelang de mate waarin iemand de bedoelde combinatie als vaste verbinding beschouwt.
Ook in namen van instanties, evenementen en dergelijke en in benamingen van talen die met het worden gecombineerd, blijft de buigings-e vaak achterwege: het Openbaar Ministerie, het Vlaams Parlement, het Reformatorisch Dagblad, het Groot Dictee der Nederlandse Taal, het klassiek Grieks, het middeleeuws Latijn.
Het culturele / cultureel erfgoed
Soms kan het al dan niet verbuigen van het bijvoeglijk naamwoord in combinatie met een het-woord een klein betekenisverschil met zich meebrengen. Zo is het centraal station in een bepaalde stad het belangrijkste station, terwijl het centrale station kan betekenen dat het station ’toevallig’ centraal gelegen is.
3.2 Functieaanduidingen met een de-woord Top
Ook bij de-woorden kan de buigings-e van het bijvoeglijk naamwoord soms achterwege blijven. Dat is bijvoorbeeld erg gebruikelijk bij woordcombinaties die een bepaald beroep of een bepaalde functie, status of waardigheid aanduiden: de/een juridisch adviseur, de/een administratief medewerkster, de/een algemeen secretaris, de/een bijzonder hoogleraar.
Het verbuigen van het bijvoeglijk naamwoord kan soms tot een andere betekenis leiden: zo is een bijzonder hoogleraar de functieaanduiding van iemand die een speciale aanstelling aan de universiteit heeft, terwijl een bijzondere hoogleraar vooral iets zegt over de individuele eigenschappen of het karakter van een (gewone) hoogleraar.
Als zulke functieaanduidingen in het meervoud staan, is naast de onverbogen vaak ook de verbogen vorm mogelijk: een aantal administratief/administratieve medewerksters, twee juridisch/juridische adviseurs, enkele bijzonder/bijzondere hoogleraren.
Plastisch(e) chirurg
Scheikundige / scheikundig ingenieurs
3.3 Welluidendheid en stilistische variatie Top
Een bijvoeglijk naamwoord kan ook onverbogen blijven vanwege stijl en ritme; dit kan onder meer afhankelijk zijn van de schrijfstijl, de omringende woorden en iemands persoonlijke voorkeur. Hieronder volgen daarvan enkele voorbeelden. De vorm met -e is in de genoemde gevallen ook altijd correct.
a. Welluidendheid
De buigings-e wordt voor het-woorden soms weggelaten om zogenoemde redenen van welluidendheid. Dit is onder meer gebruikelijk als er twee of meer onbeklemtoonde lettergrepen achter elkaar staan, in het bijzonder bij bijvoeglijke naamwoorden die op -ig, -isch, -lijk of -lijks eindigen. Dus naast de vormen ons gezellige hotelletje, dat gigantische verschil, het onbegrijpelijke verhaal en het dagelijkse leven zijn ook ons gezellig hotelletje, dat gigantisch verschil, het onbegrijpelijk verhaal en het dagelijks leven juist. Er is geen betekenisverschil.
Ook bij bijvoeglijke naamwoorden in de vergrotende trap, zowel voor de– als voor het-woorden, wordt de buigings-e geregeld weggelaten, vooral als er al enkele onbeklemtoonde lettergrepen aan voorafgaan: zowel een gemakkelijkere oplossing en soepelere regels als een gemakkelijker oplossing en soepeler regels zijn juist.
Het dagelijks / dagelijkse leven
Gebruikelijkere / gebruikelijker / meer gebruikelijke (de – werkwijze)
Zonnigere / zonniger seizoenen
b. Stilistische variatie bij sommige persoonsaanduidingen
Er is ook stilistische variatie mogelijk bij de-woorden in het volgende geval:
als een bijvoeglijk naamwoord dat een bepaalde (meestal positieve) kwalificatie uitdrukt of een aardrijkskundig bijvoeglijk naamwoord op -s of -isch, voorafgegaan wordt door het lidwoord een óf geen lidwoord heeft, en gecombineerd wordt met:
– man, mens of persoon: een wijs/wijze man, een goed/goede mens, een leuk/leuke persoon;
– een persoonsaanduiding die een beroep of status weergeeft: een goed/goede strateeg, een groot/grote staatsman, een gerenommeerd/gerenommeerde advocaat, een begaafd/begaafde spreekster, een Frans/Franse filosoof, een Belgisch/Belgische schrijver, als Nederlands/Nederlandse staatsburger;
– een aanduiding die een bepaalde kwalificatie aanduidt (waarin de persoonsaanduiding niet noodzakelijkerwijs naar een persoon verwijst maar vaak naar een bedrijf of organisatie) en waar vaak geen lidwoord voor staat: Europees/Europese marktleider, wereldwijd/wereldwijde monopolist.
Let wel: in sommige contexten kan er betekenisverschil worden aangevoeld tussen de verbogen en de onverbogen vorm. Zo komt een groot staatsman op veel taalgebruikers over als iemand die als staatsman ‘groot’ (belangrijk) was, terwijl een grote staatsman ook iets over zijn postuur kan zeggen. En een knap pianist zegt vooral wat over het spel van degene die pianospeelt, terwijl een knappe pianist ook geassocieerd kan worden met het uiterlijk van de pianist.
Een energiek / energieke persoon
Elk / elke mens
c. Enkele bijzondere gevallen
Krantenkoppen
Het weglaten van de buigings-e voor een het-woord gebeurt, zoals gezegd, onder meer als er géén lidwoord aan het bijvoeglijk naamwoord voorafgaat. In koppen van nieuwsberichten (en andere vormen van telegramstijl) worden lidwoorden doorgaans weggelaten. In Belgische krantenkoppen gebruikt men in zulke gevallen gewoonlijk de onverbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Amerikaans leger onderweg naar het Midden-Oosten. In Nederlandse krantenkoppen wordt vaker de verbogen vorm gebruikt, zelfs als het lidwoord ontbreekt: Amerikaanse leger onderweg naar Midden-Oosten. Deze formulering kan opgevat worden als een verkorting van Het Amerikaanse leger is onderweg naar het Midden-Oosten.
Aanspreekvormen
Een enkele keer komt in een aanspreking naast de reguliere onverbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord, ook de verbogen vorm voor: lief kind, maar ook lieve kind; best panellid, maar ook beste panellid (vooral in België).
Geacht/ geachte jurylid, Best / beste jurylid
Zie ook
Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)
Woordgeslacht (algemeen)
Continue / continu (een – proces)
Een energiek / energieke persoon
Elk / elke mens
Enig / enige (het – juiste antwoord)
Geacht/ geachte jurylid, Best / beste jurylid
Gebruikelijkere / gebruikelijker / meer gebruikelijke (de – werkwijze)
Het Arabisch(e) schiereiland / het Arabisch(e) Schiereiland
Het culturele / cultureel erfgoed
Plastisch(e) chirurg
Procent (een halve / half -)
Scheikundige / scheikundig ingenieurs
Thuis (een goede / goed -)
Vrolijk(e) Pasen
Zonnigere / zonniger seizoenen
Naslagwerken
ANS (1997), p. 400-412 of online via de E-ANSonline via de E-ANS; Vraagbaak Nederlands (2016), p. 89-90; Taal-top-100 (2017), p. 146-149; Schrijfwijzer (2012), p. 279-283; Van Dale Taalhandboek Nederlands (2011), p. 203-210
tao_generiek (K)
28
j
Woord of woordcombinatie,Woordsoort,Woordvorm,Hoofdrubriek
0000
11 May 2020