Te kort / tekort, te veel / teveel, te goed / tegoed

Te kort / tekort, te veel / teveel, te goed / tegoed

Vraag

Moeten de woorden te()kort, te()veel en te()goed, aan elkaar of los geschreven worden?

Antwoord

Als bijvoeglijk naamwoord moeten deze woorden los worden geschreven. Ze hebben dan hun letterlijke betekenis: te kort betekent ‘korter dan gewenst’, te veel ‘meer dan gewenst, in een te grote hoeveelheid’ en te goed betekent ‘beter dan nodig, van een te hoge kwaliteit’. Te kort heeft daarnaast ook de betekenis ‘te weinig’.

Als zelfstandig naamwoord moeten deze woorden aan elkaar geschreven worden.

  • het tekort = ‘het gebrek, het nadelig saldo’
  • het teveel = ‘het overschot’
  • het tegoed = ‘het positief saldo’

Toelichting

Combinaties van een bijvoeglijk naamwoord voorafgegaan door te schrijven we los.

(1) De gordijnen zijn, sinds ze gewassen zijn, veel te kort. (‘korter dan gewenst’)

(2) Onze tijd samen was weer veel te kort. (‘korter dan gewenst’)

(3) In de winter zijn er vaak bedden te kort voor de daklozen. (‘te weinig’)

(4) Hij heeft geld te kort voor de verbouwing van zijn huis. (‘te weinig’)

(5) Er zijn dit jaar te veel insecten. (‘meer dan gewenst’)

(6) Vrienden kun je nooit te veel hebben! (‘in een te grote hoeveelheid’)

(7) Deze groenten zijn te goed om weg te gooien.  (‘van een te hoge kwaliteit’)

(8) Ze is echt te goed voor deze wereld. (‘beter dan nodig’)

Als zelfstandig naamwoord moeten tekort, teveel en tegoed aan elkaar geschreven worden.

(9) Doorgaans heb je een tekort aan vitamines, maar kun je ook een teveel hebben?

(10) Ons tegoed bij de bank begint helaas aardig te slinken.

Ook in de werkwoordelijke combinaties tegoed hebben, tegoed houden en zich tegoed doen, schrijven we tegoed aan elkaar.

(11) Je hebt nog een woordje uitleg van me tegoed.

(12) We deden ons tegoed aan de overheerlijke desserten die ze op tafel had gezet.

Tekortkomen, tekortdoen en tekortschieten worden wel aan elkaar geschreven. Als de infinitief van een werkwoord (bijvoorbeeld tekortschieten) een samenstelling is, schrijven we ook het voltooid deelwoord (tekortgeschoten), het tegenwoordig deelwoord (tekortschietend) en de vervoegde vormen (dat hij tekortschiet) van dat werkwoord aaneen. Als het eerste deel van het werkwoord volgt op het tweede deel, of als er andere woorden tussen de delen staan, schrijven we de delen uiteraard los (hij schiet vaak tekort, omdat hij tekort is geschoten).

Zie ook

Aaneenschrijven van telwoorden (Leidraad 6.9)
Andere betekenis – anders geschreven (Leidraad 6.10)

Al weer / alweer
Allang / al lang
Allesbehalve / alles behalve
Als ook / alsook
Evengoed / even goed
Hoelang / hoe lang
Hoever / hoe ver
In tact / intact
Nietwaar / niet waar
Te kort schieten / tekortschieten, te kort komen / tekortkomen
Ten slotte / tenslotte, ten minste / tenminste, ten einde / teneinde
Weleens / wel eens
Zo juist / zojuist, zo maar / zomaar
Zolang / zo lang
Zo veel / zoveel
Zover / zo ver
Zomin / zo min

Naslagwerken

Woordenlijst (2015)

aaneen of los,bijvoeglijk naamwoord,samenstellingen,zelfstandig naamwoord,spelling,grammatica


tao_adv (C)
775
j
aaneen,bijvoeglijk_naamwoord,samenstelling,spelling,zelfstandig_naamwoord
Subrubriek,Woordsoort,Woordvorm,Hoofdrubriek
Hoofdrubriek:spelling;Subrubriek:aaneen;Woordsoort:bijvoeglijk_naamwoord,zelfstandig_naamwoord;Woordvorm:samenstelling
01 January 2004
17 November 2015