Pensioen (op / met -)

Pensioen (op / met -)

Vraag

Wat is correct: op pensioen zijn/gaan of met pensioen zijn/gaan?

Antwoord

Met pensioen zijn en met pensioen gaan zijn standaardtaal in het hele taalgebied. Het is onduidelijk of op pensioen zijn en op pensioen gaan tot de standaardtaal in België gerekend kunnen worden.

Toelichting

Combinaties als met pensioen zijn, met pensioen gaan en (iemand) met pensioen sturen zijn standaardtaal in het hele taalgebied.

(1a) Mijn ouders gaan over enkele jaren met pensioen.

(2a) Zodra hij met pensioen is, wil Herman naar Spanje verhuizen.

(3a) Om te besparen sturen werkgevers soms mensen vroeger met pensioen.

In België wordt ook geregeld op pensioen zijn, op pensioen gaan of (iemand) op pensioen sturen gebruikt. Toch is er een niet te verwaarlozen groep taalgebruikers die deze combinaties afkeurt. Het is daarom vooralsnog niet duidelijk of zulke combinaties met op pensioen tot de standaardtaal in België gerekend kunnen worden.

(1b) Mijn ouders gaan over enkele jaren op pensioen. (in België, status onduidelijk)

(2b) Zodra hij op pensioen is, wil Herman naar Spanje verhuizen. (in België, status onduidelijk)

(3b) Om te besparen sturen werkgevers soms mensen vroeger op pensioen. (in België, status onduidelijk)

Zie ook

Na zijn pensioen / pensionering
Vakantie (op / met -)

Naslagwerken

Grote Van Dale (2015); Van Dale Hedendaags Nederlands (2008); Koenen (2006); Woordenboek Correct Taalgebruik (2004), p. 208; Stijlboek VRT (2003), p. 189; Prisma Handwoordenboek Nederlands (2014)

correctheid en betekenis,het juiste voorzetsel,zelfstandig naamwoord,woordgebruik,grammatica


tao_adv (C)
1766
j
correctheid,uitdrukkingen,voorzetsel,woordgebruik,zelfstandig_naamwoord
Woord of woordcombinatie,Subrubriek,Woordsoort,Hoofdrubriek
Hoofdrubriek:woordgebruik;Subrubriek:uitdrukkingen;Woord of woordcombinatie:correctheid;Woordsoort:voorzetsel,zelfstandig_naamwoord
20 January 2016
10 January 2019