Rauwdouwer / rouwdouwer / rauwdouw / rouwdouw

Rauwdouwer / rouwdouwer / rauwdouw / rouwdouw

Vraag

Is een ruw persoon een rauwdouwer, een rouwdouwer, een rauwdouw of een rouwdouw?

Antwoord

Al deze vormen zijn correct. De vorm rouwdouw is de oorspronkelijke. De vormen rouwdouwer en rauwdouwer zijn tegenwoordig het gebruikelijkst.

Toelichting

Het woord rouwdouw (‘ruw persoon’) gaat terug op het Engels (row-dow of row-de-dow, ‘lawaai, herrie’). De spelling rouwdouw is vernederlandst, maar blijft het dichtst bij het origineel. Bovendien blijft met deze spelling het ‘rijm’ in het schriftbeeld intact. De spelling met au (rauwdouw) is waarschijnlijk te verklaren uit de associatie met de bestaande Nederlandse woorden rauw (dat onder meer ‘grof’, ‘ruw’, ‘hard’ betekent) en douwen (‘duwen’).

Van rouwdouw / rauwdouw is ook een werkwoord gevormd: rouwdouwen / rauwdouwen (‘op ruwe, ongeĂ¯nteresseerde wijze te werk gaan’). Van dat werkwoord is weer de persoonsnaam met het achtervoegsel -er afgeleid: rouwdouwer / rauwdouwer. Rouwdouwer en rauwdouwer zijn tegenwoordig gebruikelijker dan rouwdouw en rauwdouw.

Naslagwerken

Grote Van Dale (2015); WNT; Woordenlijst (2015)

samenstellingen,klinkers en tweeklanken,zelfstandig naamwoord,grammatica


tao_adv (C)
693
j
samenstelling,spelling,tweeklanken,vreemde_woorden,zelfstandig_naamwoord
Woordvorm,Hoofdrubriek,Subrubriek,Woordsoort
Hoofdrubriek:spelling;Subrubriek:tweeklanken,vreemde_woorden;Woordsoort:zelfstandig_naamwoord;Woordvorm:samenstelling
01 January 2004
16 November 2015