Haren / haar
Haren / haar
Vraag
Wat is correct: het meisje met de opgestoken haren of het meisje met het opgestoken haar?
Antwoord
Zowel haar als haren is correct. Het enkelvoud haar wordt vaker dan haren gebruikt in de betekenis ‘haardos’.
Toelichting
Als de gezamenlijke hoofdharen worden bedoeld, wordt vaker de enkelvoudsvorm haar gebruikt dan het meervoud haren, maar de meervoudsvorm is meestal niet uitgesloten.
(1) Mensen met rood haar (rode haren) en sproeten verbranden sneller in de zon.
(2) Wacht even, ik moet de knopen nog uit mijn haar (haren) kammen.
(3) Petra draagt haar haar (haren) al jaren kort.
Voor afzonderlijke haren kan zowel het enkelvoud haar als het meervoud haren gebruikt worden, maar het meervoud ligt vaak wel meer voor de hand.
(4) Gisteren ontdekte hij tot zijn afgrijzen de eerste grijze haren op zijn hoofd.
(5) Korte haren zijn (kort haar is) moeilijker te epileren.
(6) Bij haaruitval liggen (ligt) er ’s ochtends vaak haren (haar) op je kussen.
In vaste combinaties en uitdrukkingen wordt soms haar, soms haren gebruikt.
(7) Na twee uur vlogen de kinderen elkaar al in het haar / in de haren.
(8) Ze is haar wilde haren nog altijd niet kwijt.
Zie ook
Die / dat (geen haar op mijn hoofd – daaraan denkt)
Kleuren / verven (zijn haar -)
Naslagwerken
Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Verschueren (1996); Koenen (2006); Kramers (2000)
tao_adv (C)
1350
j
Woord of woordcombinatie,Subrubriek,Hoofdrubriek,Woordsoort
05 December 2007
20 May 2020