Eenmaal (dat) / eens (dat)
Eenmaal (dat) / eens (dat)
Vraag
Zijn eenmaal/eenmaal dat en eens/eens dat correct in een zin als Eenmaal/eenmaal dat/eens/eens dat de tekst is afgewerkt, kan hij worden afgedrukt?
Antwoord
Eenmaal is in dergelijke contexten standaardtaal in België. Wat eens in dergelijke contexten betreft, is het onduidelijk of we het tot de standaardtaal in België kunnen rekenen. De combinaties eens dat en eenmaal dat zijn geen standaardtaal.
Standaardtaal in het hele taalgebied zijn in elk geval zodra, als en wanneer.
Toelichting
Eenmaal is een bijwoord en heeft in de standaardtaal de betekenis ‘een keer, op één tijdstip in het verleden of de toekomst’.
(1) In het begin is schaatsen moeilijk, maar als je het eenmaal te pakken hebt, is het een koud kunstje.
(2) Piet zal nog eenmaal laten zien dat hij goed kan jongleren.
In de standaardtaal in België kan eenmaal ook gebruikt wordt als voegwoord, met de betekenis ‘zodra’, ‘wanneer’.
(3) Eenmaal de goedkeuring is gegeven, kan er geen beroep meer worden aangetekend. [standaardtaal in België]
(4) Eenmaal de nodige adviezen zijn ingewonnen, kan de werkgroep weer aan de slag. [standaardtaal in België]
Daarnaast worden in België ook eens en eens dat en eenmaal dat als voegwoord, respectievelijk voegwoordelijke uitdrukking gebruikt. Eens wordt in België in dergelijke gevallen zelfs veelvuldig gebruikt, ook door veel standaardtaalsprekers. Toch is er een niet te verwaarlozen groep taalgebruikers die het woord dan afkeurt. Het is daarom vooralsnog niet duidelijk of eens, als voegwoord, tot de standaardtaal in België gerekend kan worden.
(5) Eens de goedkeuring is gegeven, kan er geen beroep meer worden aangetekend. (in België, status onduidelijk)
Voor de combinaties eens dat en eenmaal dat is de afkeuring in België veel sterker; die behoren niet tot de standaardtaal.
(6) Eens dat de nodige adviezen zijn ingewonnen, kan de werkgroep weer aan de slag. (in België, geen standaardtaal)
(7) Eenmaal dat je een diploma hebt, ben je gelanceerd. (in België, geen standaardtaal)
Standaardtaal in het hele taalgebied zijn de voegwoorden zodra, als en wanneer.
Zie ook
Elke keer als / dat
Telkens / telkens als
Van zodra / zodra
Naslagwerken
Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Correct Taalgebruik (2006), p. 71; Woordenboek correct taalgebruik (2004), p. 75; Taalwijzer (1998), p. 114; Stijlboek VRT (2003), p. 78; Vlaams-Nederlands woordenboek (2003); Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Kramers (2000); Correct Taalgebruik (2006), p. 72; Woordenboek correct taalgebruik (2004), p. 75; Taalwijzer (1998), p. 114; Stijlboek VRT (2003), p. 78; Vlaams-Nederlands woordenboek (2003)
tao_adv (C)
243
j
Woordsoort,Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek
01 January 2004
07 November 2019