Categorie: d t of dt
Hij wilt / wil
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>spelling>d t of dtadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordHij wilt / wil Vraag Is het hij wilt of hij wil? Antwoord Correct is hij wil. Toelichting Het werkwoord willen is onregelmatig. Bij de meeste werkwoorden krijgt de vorm van de tegenwoordige tijd voor …
Gij had / hadt
adviezen>spelling>d t of dtadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordGij had / hadt Vraag Wordt in een zin als Had(t) gij nog iets mede te delen? het werkwoord bij gij met een -t gespeld? Antwoord Ja. De persoonsvorm bij gij/ge gaat altijd uit op -t. Toelichting …
D / dt (tegenwoordige tijd): u rijd / u rijdt
adviezen>spelling>d t of dtadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordD / dt (tegenwoordige tijd): u rijd / u rijdt Vraag Is het u rijd of u rijdt? Antwoord U rijdt is correct. Toelichting De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd op basis van de stam van het …
D / t (tegenwoordige tijd): hij beloofd / hij belooft
adviezen>spelling>d t of dtadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordD / t (tegenwoordige tijd): hij beloofd / hij belooft Vraag Wat is de correcte spelling van de werkwoordsvorm voor de tegenwoordige tijd van de derde persoon enkelvoud van beloven? Is het hij beloofd of hij belooft? …
D / t (tegenwoordige tijd): hij beloofd / hij belooft Lees meer »
D / t (verleden tijd): hij suiste / hij suisde
adviezen>spelling>d t of dtadviezen>grammatica>vervoegingwerkwoordD / t (verleden tijd): hij suiste / hij suisde Vraag Is het Hij suiste van de helling of Hij suisde van de helling? Antwoord Correct is: Hij suisde van de helling. Toelichting In het Nederlands kan …