Categorie: woordgeslacht
Deken (het / de -)
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>grammatica>lidwoordwoordgeslachtzelfstandig naamwoordDeken (het / de -) Vraag Wat is correct: Als ik slaap, trek ik het deken tot aan mijn kin of Als ik slaap, trek ik de deken tot aan mijn kin? Antwoord Zowel het deken als …
Het / de Haarlemmermeer
adviezen>grammatica>lidwoordsamenstellingenwoordgeslachtzelfstandig naamwoordHet / de Haarlemmermeer Vraag Wordt het grote ingepolderde meer onder Haarlem, bekend van de Nederlandse nationale luchthaven Schiphol, het Haarlemmermeer of de Haarlemmermeer genoemd? Antwoord Schiphol ligt in de Haarlemmermeer. Toelichting Hoewel meer een het-woord is, komt het …
Matras (het / de -)
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>grammatica>lidwoordwoordgeslachtzelfstandig naamwoordMatras (het / de -) Vraag Is het de matras of het matras? Antwoord Zowel het matras als de matras is correct. De matras is het gebruikelijkst. Toelichting In het Nederlands is matras van oorsprong een de-woord. …
Die / dat (het meisje -)
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>grammatica>voornaamwoordwoordgeslachtDie / dat (het meisje -) Vraag Is het het meisje die mij aardig vindt of het meisje dat mij aardig vindt? Antwoord Correct is: het meisje dat mij aardig vindt. Naar een het-woord wordt met dat verwezen. …
Haar / zijn (het bestuur heeft – goedkeuring uitgesproken)
adviezen>woordgebruik>correctheid en betekenisadviezen>grammatica>voornaamwoordwoordgeslachtzelfstandig naamwoordHaar / zijn (het bestuur heeft – goedkeuring uitgesproken) Vraag Wat is correct: het bestuur heeft zijn goedkeuring uitgesproken of het bestuur heeft haar goedkeuring uitgesproken? Antwoord Zeker correct is: het bestuur heeft zijn goedkeuring uitgesproken. Het …
Haar / zijn (het bestuur heeft – goedkeuring uitgesproken) Lees meer »