Jij / jou (als ik – was)
Jij / jou (als ik – was)
Vraag
Wat is juist: Als ik jij was, ging ik snel naar huis of Als ik jou was, ging ik snel naar huis?
Antwoord
Correct is: Als ik jou was, ging ik snel naar huis.
Toelichting
In de zin als ik jou was is was koppelwerkwoord; we hebben hier te maken met een naamwoordelijk gezegde. Het persoonlijk voornaamwoord jou is hier naamwoordelijk deel van het gezegde.
In de volgende uitdrukkingen gebruiken we de voorwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord (mij, me, jou, je, hem, ‘m, haar, ‘r, ons, jullie, hen, hun) als naamwoordelijk deel van het gezegde:
– in de uitdrukking als ik… was (als ik jou was, als ik hem was enzovoort);
– in de uitdrukking hij is ‘m! (in kinderspelen);
– als het om personen gaat en de klemtoon niet op het voornaamwoord ligt. Bijvoorbeeld:
(1) ‘Is dat de bakker?’ ‘Ja, dat is ‘m’.
(2) ‘Staat je vrouw ook op de foto?’ ‘Ja, dat is ‘r.’
In andere gevallen zijn de onderwerpsvormen (ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij) gebruikelijk. Bijvoorbeeld:
(3) Die blonde krullenkop op de foto, dat ben jij.
(4) Er is er een jarig, hoera, hoera, dat kun je wel zien dat is zij.
(5) De beste schaatsster van allemaal was zij.
Naslagwerken
ANS (1997), p. 250 of online via de E-ANS online via de E-ANS
tao_adv (C)
444
j
Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Subrubriek,Woordsoort,Woordgroep of zin
01 January 2004
08 April 2014