Materiaal / materieel

Materiaal / materieel

Vraag

Kunnen de woorden materiaal en materieel door elkaar worden gebruikt?

Antwoord

Soms, namelijk als materiaal als verzamelnaam wordt gebruikt in de betekenis ‘al wat nodig is voor werk of bedrijf, in het bijzonder machines en middelen voor het vervoer van personen of goederen’. Overigens is in het hedendaags Nederlands materieel in deze betekenis veel gebruikelijker.

Toelichting

Materiaal heeft als gewone betekenis ‘grondstof’, ‘bouwstof’ en als afgeleide betekenis ‘gegevens’ (materiaal voor een studie). In deze betekenissen heeft het woord ook een meervoudsvorm: materialen.

(1) De loonkosten zijn niet zo hoog, maar de materialen zijn bijzonder kostbaar.

(2) Voordat hij begint met schrijven, verzamelt hij al het materiaal.

Daarnaast kan materiaal ook als verzamelnaam worden gebruikt voor ‘benodigdheden voor een dienst of activiteit’, ‘gereedschappen’, ‘werktuigen’ en in het bijzonder ‘legerbehoeften’. In deze betekenis heeft materiaal geen meervoud.

(3) Maandag wordt Nederlands geneeskundig materiaal aan Albanië overgedragen.

(4) In elke horecazaak moet blusmateriaal aanwezig zijn.

(5) De voertuigen, de munitie en het overige materiaal dat in de mobilisatiecomplexen is opgeslagen, worden periodiek geïnspecteerd.

Het zelfstandig naamwoord materieel komt alleen als verzamelnaam voor en heeft dan ook geen meervoudsvorm. De betekenis is ‘al wat nodig is voor werk of bedrijf’ en specifieker (maar meestal niet als zodanig genoemd in de naslagwerken) ‘machines en middelen voor het vervoer van personen of goederen’. Historisch gezien is materieel pas later in de plaats gekomen van materiaal; tegenwoordig is materieel in deze betekenis het meest gebruikelijk.

(6) Voor stoptreinen willen de spoorwegen minder materieel gaan inzetten.

(7) Onze technici houden het rollend en vliegend materieel in uitstekende staat.

(8) De bouw voor de baggersector liep wel goed, mede omdat veel materieel nodig is voor grote landwinningsprojecten in het Midden-Oosten.

(9) De kustwacht heeft alle materieel ingezet in de hoop overlevenden te vinden.

(10) De politie zette zwaar materieel in bij de bestorming van de gevangenis.

(11) De brandweer zette groot materieel in, waaronder vijftien blusauto’s en twee blusboten.

In een militaire context wordt materieel specifiek voor ‘oorlogstuig’ en ‘uitrusting’ gebruikt.

(12) Afgestoten tanks, geschut en ander materieel worden te koop aangeboden.

(13) De landmacht heeft ook materieel ter beschikking gesteld, waaronder boogtenten en dekkleden tegen de te verwachten regen.

Bijzonderheid

Materiaal kwam net als materieel vroeger ook als bijvoeglijk naamwoord voor (‘stoffelijk’). Materieel heeft deze dubbele grammaticale status nog steeds (materiële schade); materiaal kan in het hedendaags Nederlands alleen nog als zelfstandig naamwoord worden gebruikt.

Zie ook

Moraal / moreel

Naslagwerken

WNT; Leenwoordenboek (1996), p. 526; Grote Van Dale (2005); Koenen (2006); Verschueren (1996); Prisma Stijlboek (1993), p. 169; ABN-gids (1996), p. 232; Correct Taalgebruik (2001), p. 149; Taalwijzer (1998), p. 210; Schrijfwijzer (2002), p. 160

correctheid en betekenis,bijvoeglijk naamwoord,zelfstandig naamwoord,woordgebruik,grammatica



tao_adv (C)
523
j
betekenis,bijvoeglijk_naamwoord,correctheid,woordgebruik,zelfstandig_naamwoord
Woord of woordcombinatie,Woordsoort,Hoofdrubriek
Hoofdrubriek:woordgebruik;Woord of woordcombinatie:betekenis,correctheid;Woordsoort:bijvoeglijk_naamwoord,zelfstandig_naamwoord
01 January 2004
27 August 2009