Hij vertelde dat hij een nieuwe vriendin heeft / had

Hij vertelde dat hij een nieuwe vriendin heeft / had

Vraag

Wat is correct: Hij vertelde dat hij een nieuwe vriendin heeft of Hij vertelde dat hij een nieuwe vriendin had?

Antwoord

De beide zinnen zijn correct. Als het werkwoord van de hoofdzin in de verleden tijd staat (vertelde), staat de bijzin in de indirecte rede meestal ook in de verleden tijd (had). Een tegenwoordige tijd (heeft) is echter ook mogelijk als de handeling of gebeurtenis uit de bijzin nog voortduurt in het heden.

Als de handeling of gebeurtenis in de bijzin alleen op het verleden slaat, is alleen een verleden tijd mogelijk: Hij vertelde dat hij (toen) een nieuwe vriendin had.

Toelichting

Bij zinnen in de indirecte rede is iets wat iemand letterlijk heeft gezegd (in de directe rede, zin 1a) omgezet in een constructie met een ondergeschikte bijzin (1b). Het basispatroon in de indirecte rede is: als het werkwoord in de hoofdzin (bijvoorbeeld zeggen of vertellen) in de verleden tijd staat, staat ook het werkwoord van de bijzin in de verleden tijd als de uitgedrukte handeling of gebeurtenis gelijktijdig met het spreekmoment valt (zie zin 1b).

(1a) Hij vertelde me: ‘Ik heb een nieuwe vriendin.’ (directe rede)

(1b) Hij vertelde me dat hij een nieuwe vriendin had. (indirecte rede)

Maar als de handeling of gebeurtenis van de bijzin in het heden nog voortduurt, dan kan ook de onvoltooid tegenwoordige tijd gebruikt worden (zin 1c).

(1c) Hij vertelde me dat hij een nieuwe vriendin heeft. (indirecte rede)

Nog enkele voorbeelden:

(2a) Zij vertelde me: ‘Ik studeer geschiedenis.’ (directe rede)

(2b) Zij vertelde me dat ze geschiedenis studeerde. (indirecte rede)

(2c) Zij vertelde me dat ze geschiedenis studeert. (indirecte rede)

(3a) Ik zei tegen Miranda: ‘Je hebt mooi haar.’

(3b) Ik zei tegen Miranda dat ze mooi haar had.

(3c) Ik zei tegen Miranda dat ze mooi haar heeft.

(4a) Nadat de dokter haar had onderzocht, verzekerde hij haar: ‘Volledige genezing is mogelijk.’

(4b) Nadat de dokter haar had onderzocht, verzekerde hij dat volledige genezing mogelijk was.

(4c) Nadat de dokter haar had onderzocht, verzekerde hij dat volledige genezing mogelijk is.

Als dat wat iemand letterlijk heeft gezegd (dus in de directe rede) op het verleden slaat, is het niet mogelijk om een tegenwoordige tijd in de bijzin te gebruiken. Soms wordt dat expliciet uitgedrukt met een bijwoordelijke bepaling van tijd, bijvoorbeeld toen, op dat moment, in die tijd, vorige week.

(5a) Kamiel zei me: ‘Ik had (vorige week) kiespijn’.

(5b) Kamiel zei me dat hij (vorige week) kiespijn had.

(5c) Kamiel zei me dat hij (vorige week) kiespijn heeft. (uitgesloten)

Hetzelfde doet zich voor bij andere werkwoorden, zoals denken, beseffen, ontdekken, constateren, merken, vernemen en horen: als de hoofdzin in de verleden tijd staat en de bijzin iets uitdrukt wat nog altijd geldt of kan gelden, kan in de bijzin zowel de tegenwoordige als de verleden tijd gebruikt worden. Als het gaat om een algemene uitspraak of een soort algemene waarheid (bijvoorbeeld zin 6b, 8b en 9b), wordt vaak een tegenwoordige tijd gebruikt.

(6a) Hij besefte dat dansen hem heel gelukkig maakte.

(6b) Hij besefte dat dansen hem heel gelukkig maakt.

(7a) We hoorden dat ze een nieuwe auto hadden.

(7b) We hoorden dat ze een nieuwe auto hebben.

(8a) Mijn schoonmoeder wist niet hoe een smartphone werkte.

(8b) Mijn schoonmoeder wist niet hoe een smartphone werkt.

(9a) Galilei ontdekte dat de aarde rond de zon draaide.

(9b) Galilei ontdekte dat de aarde rond de zon draait.

Als uit de context blijkt dat iets alleen in het verleden gold, is alleen de verleden tijd mogelijk in de bijzin.

(10) Hij besefte dat dansen hem op dat moment heel gelukkig maakte.

(11) De brandweer kwam ter plaatse en stelde vast dat het om een smeulende vuilnisbak ging.

Bijzonderheid

In een verhalende tekst in de verleden tijd is het vaak het gewoonst om ook in bijzinnen systematisch de verledentijdsvorm te gebruiken.

(12) Aristoteles dacht dat de aarde stilstond en het middelpunt van het heelal vormde. De zon, maan, sterren en planeten zouden in cirkelvormige banen om de aarde draaien. Dit stelsel werd algemeen aanvaard. Eeuwen later presenteerde Copernicus een nieuw stelsel. Hij ontdekte dat de zon het middelpunt van het heelal vormde en de planeten om de zon draaiden. Copernicus twijfelde lang of dit wel waar kon zijn – ook omdat hij Aristoteles als genie beschouwde. Later raakte hij overtuigd van zijn gelijk.

Zie ook

Tegenwoordige tijd of verleden tijd (algemeen)
Werkwoordstijden die iets over het verleden zeggen: voltooide versus onvoltooide tijden (algemeen)

Afwisseling werkwoordstijden
Hij is / was / werd geboren in Hasselt
Ik woonde vroeger in Gent / heb vroeger in Gent gewoond
We ontvingen uw brief / hebben uw brief ontvangen
Werkwoordstijd in verslag

Naslagwerken

ANS (1997), p. 133-136 of online via de E-ANSonline via de E-ANS en p. 1097 of onlineonline; Taalboek Nederlands (2011), p. 165, p.253-254

correctheid en betekenis,woordkeuze en stijl,werkwoord,woordvolgorde,woordgebruik,grammatica



tao_adv (C)
1689
j
correctheid,gepastheid,grammatica,stijl,tekst,vervoeging,werkwoord,woordvolgorde
Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Subrubriek,Woordvorm,Woordsoort,Woordgroep of zin
Hoofdrubriek:grammatica;Subrubriek:stijl;Woord of woordcombinatie:correctheid,gepastheid;Woordgroep of zin:woordvolgorde;Woordsoort:werkwoord;Woordvorm:vervoeging
04 October 2013
13 October 2020