Dat soort probleem / dat soort problemen

Dat soort probleem / dat soort problemen

Vraag

Wat is juist: Dat soort probleem heb ik nooit of Dat soort problemen heb ik nooit?

Antwoord

Beide mogelijkheden zijn correct, maar de constructie met een meervoud is verreweg het gebruikelijkst.

Toelichting

In combinatie met een zelfstandig naamwoord dat er meteen op volgt, betekent dat soort of dit soort ‘(een) soortgelijk(e)’, ‘(een) dergelijk(e)’ of ‘zo’n/zulk(e)’, bijvoorbeeld dat soort hout, dit soort informatie, dat soort problemen, dit soort vragen, dit soort zaken, dat soort boeken. Ook zulk soort kan op die manier gebruikt worden, bijvoorbeeld zulk soort brood, zulk soort zaken.

Telbare zelfstandige naamwoorden, zoals probleem, vraag, zaak en boek, kunnen na dat/dit/zulk soort zowel in het enkelvoud als het meervoud voorkomen. Gewoonlijk wordt het meervoud gebruikt: dat soort problemen, dit soort zaken, enzovoort. Alleen als duidelijk verwezen wordt naar iets wat al in de context genoemd is, bijvoorbeeld een welbepaald probleem, ligt een enkelvoudig zelfstandig naamwoord meer voor de hand: dat soort probleem. De betekenis is dan ‘een soortgelijk probleem’, ‘een dergelijk probleem’ of ‘zo’n/zulk probleem’.

Niet-telbare zelfstandige naamwoorden, waaronder stofnamen (bijvoorbeeld hout) en sommige verzamelnamen (bijvoorbeeld informatie), komen na dat/dit/zulk soort uiteraard alleen maar in het enkelvoud voor: zulk soort hout, dit soort informatie. Het verschil tussen bijvoorbeeld dit soort brood (lust ik niet) en dit soort broden (verkopen ze daar niet) is te verklaren doordat brood in het eerste geval als stofnaam (niet-telbaar) gebruikt is en in het tweede als voorwerpsnaam (telbaar).

Als het soort betekent ‘categorie van iets’, dan kunnen telbare zelfstandige naamwoorden die erop volgen eveneens zowel in het enkelvoud als in het meervoud gebruikt worden. Het meervoud komt ook in dit geval het meeste voor, maar een enkelvoud is minder ongewoon dan na dat/dit soort. Als soort zelf in het meervoud staat (twee soorten, drie soorten, vele soorten, enzovoort), is het gebruik van een meervoudig zelfstandig naamwoord vrijwel dwingend, bijvoorbeeld twee soorten boeken, drie soorten vragen. Dat bijvoorbeeld wel twee soorten frisdranken en twee soorten frisdrank naast elkaar mogelijk zijn, komt doordat een woord als frisdrank zowel een telbare betekenis (bijvoorbeeld bij een keuze uit cola, tonic, limonade en dergelijke) als een niet-telbare betekenis (als stofnaam: ‘niet-alcoholische verfrissende drank’) kan hebben.

Bijzonderheid

Min of meer vergelijkbare gevallen zijn combinaties met andere categorieaanduidende woorden zoals genre, type of model. Voor zover dit/dat genre net als dit/dat soort gebruikt wordt met de betekenis ‘dergelijke’, is een meervoud gewoon, bijvoorbeeld dit genre boeken. Na dit/dat type en dit/dat model wordt eerder een enkelvoud gebruikt, bijvoorbeeld dit type stoel, dit type fiets, dit model fiets(en). De verklaring hiervoor is dat type en model gewoonlijk in de letterlijke categorieaanduidende betekenis gebruikt worden.

Zie ook

Het soort mensen die / dat
Soort (dit – mensen zijn / is onmisbaar)
Soort / soort van
Welk / welke soort

Naslagwerken

Taalbaak, 125.1; Vraagbaak Nederlands (2001), p. 124-125; Klooster (2001), p. 339-340; ANS (1997), p. 158 en 1148 of online via de E-ANS online via de E-ANS

correctheid en betekenis,enkelvoud of meervoud,meervoudsvormen,voornaamwoord,zelfstandig naamwoord,woordgebruik,grammatica,spelling


tao_adv (C)
1230
j
betekenis,correctheid,enkelvoud_of_meervoud,grammatica,meervoud,verwijswoorden,woordgebruik,zelfstandig_naamwoord
Woord of woordcombinatie,Woordgroep of zin,Hoofdrubriek,Woordvorm,Subrubriek,Woordsoort
Hoofdrubriek:grammatica,woordgebruik;Subrubriek:verwijswoorden;Woord of woordcombinatie:betekenis,correctheid;Woordgroep of zin:enkelvoud_of_meervoud;Woordsoort:zelfstandig_naamwoord;Woordvorm:meervoud
01 January 2004
10 December 2018