Tussenklanken in samenstellingen van zelfstandige naamwoorden (algemeen)

Tussenklanken in samenstellingen van zelfstandige naamwoorden (algemeen)

1. Inleiding
2. Wanneer komt welke tussenklank voor?
3. Tussenklank [ə(n)]
    3.1 Twijfel over het voorkomen van de tussenklank [ə(n)]
    3.2 Spelling van de tussenklank [ə(n)]
4. Tussenklank [s]
    4.1 Twijfel over het voorkomen van de tussenklank [s]
    4.2 Spelling van de tussenklank [s]  

1. Inleiding Top

Twee of meer zelfstandige naamwoorden kunnen samen een nieuw woord vormen, een samenstelling. Meestal gebeurt dat door die zelfstandige naamwoorden naadloos aan elkaar te ‘plakken’. Voorbeelden: grasland, tafelkleed, keukenstoel. Soms horen we echter nog een of meer klanken tussen het eerste en het tweede zelfstandig naamwoord: eiergerecht, parlementsgebouw, sigarettenaansteker enzovoort. Het gaat om de volgende klanken en schrijfwijzen:

klank spelling voorbeeld
[ə] e of en zonnewijzer, pannenkoek
[ə(n)] en eendenei
[s] s stadsverwarming
[ər] er eiergerecht

Merk op dat er voor de tussenklank [ə] een onderscheid is tussen de klank die we horen en de schrijfwijze van die klank. In pannenkoek horen we bijvoorbeeld een tussenklank [ə], maar schrijven we -en-. Welke klank we horen, heeft te maken met woordvorming. Hoe we die klank schrijven, is een kwestie van spellingregels. In deze tekst komt hoofdzakelijk de woordvorming aan bod: wanneer komt welke tussenklank voor? Daarbij wordt ook verwezen naar de spellingregels: hoe worden de tussenklanken gespeld?

 

2. Wanneer komt welke tussenklank voor? Top

Er zijn geen harde regels die bepalen of een samenstelling een tussenklank krijgt. Sommige samenstellingen worden nu eenmaal met een tussenklank uitgesproken, andere niet. Het getal (enkelvoud of meervoud) speelt meestal geen rol: we zeggen bijvoorbeeld boekhandel en niet boekenhandel, hoewel zelfs de minst bloeiende zaak meer dan één boek in de rekken heeft. De tussenklanken kunnen wel teruggaan op een meervoudsuitgang, maar ze kunnen bijvoorbeeld ook gebruikt worden als een overgangsklank die de uitspraak vergemakkelijkt.

Een en hetzelfde woord kan in verschillende samenstellingen verschillende tussenklanken te zien geven.

zon zonwering zonneschijn zonsverduistering
man mankracht mannenkleding manshoogte
schaap schaapherder schapenwol schaapskleren
rund rundvee rundergehakt rund(s)vlees
boek boekbespreking boekenbeurs

In sommige gevallen kan een samenstelling zowel met als zonder tussenklank voorkomen.

vis viskom vissenkom
drug druggebruik drugsgebruik
tijd tijdverschil tijdsverschil

 

3. Tussenklank [ə(n)] Top

Zoals gezegd zijn er geen echte regels voor het al dan niet voorkomen van een tussenklank. Het gebruik bepaalt welke vorm gangbaar of aanvaardbaar is. Het is wel aan te bevelen in een tekst consequent één vorm te kiezen.

3.1 Twijfel over het voorkomen van de tussenklank [ə(n)]

In sommige gevallen kunnen we eraan twijfelen óf er een tussenklank in de samenstelling voorkomt: is het bijvoorbeeld schoenlepel, zonder tussenklank, of schoenenlepel, met tussenklank [ə(n)]? Is bananenvla de goede vorm, of banaanvla? In zo’n geval kunnen we nagaan welke vorm algemeen het gebruikelijkst is. Daarvoor kunnen we de Woordenlijst of een woordenboek raadplegen. Vaak is een van beide vormen gebruikelijker dan de andere, maar zelfs als slechts één van beide voorkomt in een naslagwerk, wil dat niet zeggen dat de andere fout of onmogelijk is. Schoenlepel, bijvoorbeeld wordt in de Woordenlijst opgenomen zonder tussenklank [ə(n)], waaruit we kunnen afleiden dat die vorm de gebruikelijkste vorm is. Bananenvla wordt niet in de Woordenlijst opgenomen, maar de meeste andere samenstellingen met banaan krijgen wel een tussenklank: bananenbrood, bananenblad, bananenchips. Naar analogie daarvan kunnen we kiezen voor de vorm met tussenklank: bananenvla.

Een zoekactie op het internet kan bevestigen of een vorm in de praktijk ook daadwerkelijk de gebruikelijkste vorm is. Ook voor combinaties waarbij de naslagwerken geen uitsluitsel bieden, kan zo’n zoekactie meer duidelijkheid brengen. De samenstelling boek(en)actie is bijvoorbeeld niet in de Woordenlijst opgenomen. Andere samenstellingen met boek worden de ene keer met tussenklank (boekenbeurs, boekenclub) en de andere keer zonder tussenklank opgenomen (boekbespreking, boekbinderij). Uit een zoektocht op het internet blijkt dat boekenactie met tussenklank in de praktijk de gewone vorm is.

Soms komen beide vormen ongeveer even vaak voor, bijvoorbeeld juweelontwerper en juwelenontwerper; viskom en vissenkom. In dat geval is het vooral belangrijk in een tekst consequent één vorm te kiezen.

Let wel: Het internet kan een hulpmiddel zijn om na te gaan of een samenstelling (vaak) voorkomt met de tussenklank [ə(n)], maar voor de spelling van die tussenklank (als -e- of -en-) is het af te raden zich te baseren op het internet. Vaak komt op het internet immers ook de foute schrijfwijze voor. De spellingregels voor de tussenklank [ə(n)] komen hieronder kort aan bod.

3.2 Spelling van de tussenklank [ə(n)]

Als een samenstelling met een tussenklank [ə(n)] wordt gevormd, bepalen de spellingregels of we de samenstelling moeten schrijven met -e- of -en-. De hoofdregel en de uitzonderingsregels voor de tussenklank [ə(n)] zijn vastgelegd in de Leidraad van de Woordenlijst.

Samenstelling met tussenletters -e- of -en- (Leidraad 8)

De hoofdregel luidt als volgt: we schrijven de tussenklank als -en- als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat een meervoud heeft op -en, maar geen meervoud op -es. In andere gevallen schrijven we -e-.

Op basis van de vorm van het eerste deel van de samenstelling kunnen we de hoofdregel ook als volgt formuleren:

– Als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is dat in het enkelvoud niet op -e eindigt, schrijven we een tussen-n. Het woord koekenpan bijvoorbeeld schrijven we met -en, net als het woord koeken; de vorm koeke komt als los woord niet voor.

– Als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is dat op -e eindigt, schrijven we alleen een tussen-n als het grondwoord een meervoud heeft op -en en niet op -es. Zo krijgt blindenboek een tussen-n omdat blinde alleen een meervoud heeft op -en. Maar een woord als groenteschotel schrijven we niet met een tussen-n, want groente heeft zowel een meervoud op -en als op -es.

Let op:

– Voor de spelling van de tussenklank [ə(n)] is het af raden u te baseren op de uitspraak. De meeste Nederlandssprekenden spreken de [n] immers niet uit (hoewel dat wel verschilt van streek tot streek).

– Ook mag u zich voor de spelling niet baseren op een eventuele meervoudsbetekenis van het eerste deel van de samenstelling. Tot 1995 gold een andere regel, die voorschreef dat u moest bepalen of er ‘noodzakelijk’ sprake was van meervoud. Een hok voor een enkel konijn werd als konijnehok gespeld en een korf voor een heel bijenvolk als bijenkorf. In de huidige regel speelt de al dan niet meervoudige betekenis van het eerste woord in de samenstelling geen rol meer. Voor hoeveel konijnen een hok ook is bedoeld, we schrijven altijd konijnenhok.

Wanneer u twijfelt of u bij woorden met een tussenklank [ə(n)] een -n- moet schrijven, raadpleeg dan de Woordenlijst of een woordenboek met spellingkeurmerk.

Benedictijner abdij / benedictijnerabdij / benedictijnenabdij
Bollenboos / bolleboos
Giraffehals / giraffenhals
Groententaart / groentetaart
Ideeënloos / ideeëloos
Kattenbelletje / kattebelletje
Reuzenkans / reuzekans
Rijstenpap / rijstepap
Zorgenloos / zorgeloos

 

4. Tussenklank [s] Top

Anders dan bij de tussenklank [ə(n)] zijn de principes voor woordvorming en spelling van de tussenklank [s] gelijk. Het basisprincipe is eenvoudig: als we een tussenklank [s] uitspreken, schrijven we een tussen-s; als we geen [s] uitspreken, schrijven we geen tussen-s. Op grond van variatie in de uitspraak hebben veel samenstellingen daardoor een spelling met tussen-s en een spelling zonder tussen-s. In principe is geen van beide vormen echt fout, maar dikwijls zal de ene vorm gewoner zijn dan de andere. Wat de tussen-s betreft, kunnen we meestal ons taalgevoel volgen.

4.1 Twijfel over het voorkomen van de tussenklank [s]

Toch kunnen we soms twijfelen over de vorm: is het bijvoorbeeld voorjaarscollectie met tussen-s, of voorjaarcollectie, zonder tussenklank [s]? In dat geval kunnen we nagaan welke vorm algemeen het gebruikelijkst is. Daarvoor kunnen we de Woordenlijst of een woordenboek raadplegen. Voorjaarscollectie is in de Woordenlijst met tussenklank [s] opgenomen.

Niet alle mogelijke samenstellingen worden in de Woordenlijst of in de woordenboeken opgenomen. Als we een samenstelling niet terugvinden, betekent dat meestal niet dat die samenstelling fout of onmogelijk is. In zo’n geval kunnen we in de Woordenlijst of in een woordenboek kijken naar samenstellingen met hetzelfde linkerdeel. Inburgering(s)plan wordt bijvoorbeeld niet opgenomen in de Woordenlijst, maar inburgeringscontract, inburgeringscursus en inburgeringstraject krijgen er een tussen-s. Naar analogie daarvan kunnen we ook inburgeringsplan met een tussen-s schrijven.

Er zijn ook enkele tendensen waarop we ons kunnen baseren. Zo krijgen samenstellingen waarvan het eerste deel eindigt op -ing, -heid, -iteit of -schap meestal een tussen-s. Bijvoorbeeld: verzekeringsagent, houdbaarheidsdatum, criminaliteitscijfer, ouderschapsverlof.

Een zoekactie op het internet kan bevestigen of een vorm in de praktijk ook daadwerkelijk de gebruikelijkste vorm is. Ook voor combinaties waarbij de naslagwerken geen uitsluitsel bieden, kan een zoekactie op het internet meer duidelijkheid brengen. Zo worden in de Woordenlijst geen samenstellingen opgenomen met als linkerdeel trucker (vrachtwagenchauffeur), maar uit een zoektocht op het internet blijkt dat truckerswereld in de praktijk de gewone vorm is.

Soms komen beide vormen ongeveer even vaak voor, bijvoorbeeld geluidhinder en geluidshinder. In dat geval is het vooral belangrijk in een tekst consequent één vorm te kiezen.

4.2 Spelling van de tussenklank [s]

De spellingregels voor de tussen-s zijn beschreven in de Leidraad in de Woordenlijst.

Samenstelling of afleiding met of zonder tussenletter -s- (Leidraad 10)

In principe kunt u voor het al dan niet schrijven van een tussen-s afgaan op uw taalgevoel: als u spontaan een tussen-s uitspreekt, schrijft u die ook. Er zijn echter samenstellingen waarbij u niet kunt horen of er sprake is van een tussenklank, omdat het tweede deel van de samenstelling met een sisklank begint, zoals in station(s)straat en personeel(s)chef. In zulke gevallen schrijft u een tussen-s als in andere samenstellingen met het eerste deel een tussen-[s] wordt gehoord, zoals in stationsplein en personeelsblad.

Opmerking: spellingcontroleprogramma’s kunnen niet altijd goed beoordelen of een specifieke samenstelling met of zonder tussenklank gebruikelijk is. De spellingcontrole markeert daardoor geregeld samenstellingen als fout, terwijl die vormen correct zijn.

Beheer(overeenkomst) / beheers(overeenkomst)
Cultuurbeleidplan / cultuurbeleidsplan
Rechtstaat / rechtsstaat
Verkavelingaanvraag / verkavelingsaanvraag

Naslagwerken

ANS: Verbindingsklanken; Grote Van Dale (2005); Taalboek Nederlands (2003), p. 123-125; Technische Handleiding (2009), p. 26 -27, 65-76; Woordenlijst (2015)

samenstellingen,tussen-n en tussen-s,uitspraak en klemtoon,algemeen,grammatica,spelling,uitspraak en klemtoon


tao_generiek (K)
25
j
samenstelling,spelling,tussenklanken,uitspraak,woordgebruik
Woordvorm,Hoofdrubriek,Subrubriek
Hoofdrubriek:spelling,uitspraak,woordgebruik;Subrubriek:tussenklanken;Woordvorm:samenstelling
0000
03 August 2020