Aaneenschrijven: drieledige samenstelling of woordgroep? (algemeen)
Aaneenschrijven: drieledige samenstelling of woordgroep? (algemeen)
2. Samenstellingen met als eerste deel een woordgroep
2.1 Samenstelling: definitie en basisregels voor aaneenschrijven
2.2 Drieledige samenstellingen
2.3 Samenstellingen met een meerledige eigennaam
3. Woordgroepen van een bijvoeglijk naamwoord en een samengesteld zelfstandig naamwoord
3.1 Woordgroep: definitie en basisregel voor aaneenschrijven
3.2 Woordgroepen met een samengesteld zelfstandig naamwoord
4. Samenstelling of woordgroep?
4.1 Betekenisverschil
4.2 Geen wezenlijk betekenisverschil
1. Inleiding Top
In deze tekst komen combinaties aan bod van een bijvoeglijk naamwoord en twee of meer zelfstandige naamwoorden. In sommige gevallen vormen zulke combinaties een samenstelling (bijvoorbeeld een lagereschoolkind), in andere gevallen een woordgroep (een slimme beleidskeuze). In een beperkt aantal gevallen zijn er twee analyses en dus twee spellingen (aaneen of los) mogelijk, al dan niet met een duidelijk betekenisverschil: een stommefilmacteur of een stomme filmacteur, een rodewijnvlek of een rode wijnvlek, socialewoningbouw of sociale woningbouw.
2. Samenstellingen met als eerste deel een woordgroep (drieledige samenstellingen) Top
2.1 Samenstelling: definitie en basisregels voor aaneenschrijven Top
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (bijvoorbeeld: nachtvlinder = nacht + vlinder). Een samenstelling kan zelf ook weer het linker- of rechterdeel van een nieuwe samenstelling zijn (badkamerdeur = [bad + kamer] + deur). Samenstellingen worden in de regel aaneengeschreven, bijvoorbeeld: bierglas, hogeschool, tienkamp, wandelschoenen, badkamerdeurklink.
Als er tussen de delen van een samenstelling klinkerbotsing optreedt, is een koppelteken verplicht: milieu-inspectie, auto-ongeluk.
Maar ook in samenstellingen waarin er geen klinkerbotsing optreedt, kan voor de leesbaarheid een koppelteken gezet worden. Dit wordt ook wel een ‘facultatief koppelteken’ genoemd. Voorbeelden: stresssituatie of stress-situatie, zijingangdeur of zij-ingangdeur.
Samenstelling en afleiding aaneen (Leidraad 6.2)
2.2 Drieledige samenstellingen Top
Een samengesteld woord waarin het eerste deel een woordgroep is van een bijvoeglijk naamwoord (of telwoord) en een zelfstandig naamwoord, wordt vaak een ‘drieledige samenstelling’ (of ‘driedelige samenstelling’) genoemd. Zulke samenstellingen worden in de regel ook helemaal aaneengeschreven. Bij klinkerbotsing komt er een streepje. Enkele voorbeelden: dodehoekongeval, eersteministerportefeuille, gelijkekansenbeleid, hoogrisicozwangerschap, lage-energiewoning, langetermijnvisie, plechtigecommuniefeest, socialemediastrategie, socialezekerheidsbeleid, tweedekansonderwijs, vijfeurobiljet, vrije-uitloopeieren, warmedrankenautomaat.
gelijkekansenbeleid = [gelijke + kansen] + beleid
hoogrisicozwangerschap = [hoog + risico] + zwangerschap
tweedekansonderwijs = [tweede + kans] + onderwijs
In zulke samenstellingen heeft het bijvoeglijk naamwoord (of telwoord) betrekking op het zelfstandig naamwoord dat er direct op volgt. Een dodehoekongeval is een ongeval veroorzaakt door een dode hoek, een socialemediastrategie een strategie voor de sociale media. Of het bijvoeglijk naamwoord verbogen wordt, hangt af van het woord dat erop volgt: in hoogrisicozwangerschap blijft hoog onverbogen, want risico is een het-woord; in plechtigecommuniefeest krijgt plechtige een -e, want communie is een de-woord.
Woordgroep in samenstelling (Leidraad 6.7)
Grote-stedenbeleid / grotestedenbeleid
Hetzelfde principe is van toepassing bij drieledige samenstellingen die beginnen met een bijvoeglijk naamwoord dat afgeleid is van een aardrijkskundige naam (bijvoorbeeld Mexicaans, Nederlands): die worden ook helemaal aaneengeschreven. De hoofdletter blijft behouden. Voorbeelden: Mexicaansegriepprik (‘prik tegen Mexicaanse griep’), Iersesetterpup (‘pup van een Ierse setter’), Nederlandselftalspeler.
Mexicaansegriepprik = [Mexicaanse + griep] + prik
Nederlandselftalspeler = [Nederlands + elftal] + speler
2.3 Samenstellingen met een meerledige eigennaam Top
Als een meerdelige eigennaam (bijvoorbeeld Rode Kruis) het eerste deel van een samenstelling is, wordt de naam aan het laatste deel van de samenstelling vast geschreven. De spelling van de naam blijft onveranderd; de spatie en de hoofdletters worden gehandhaafd: Eerste Wereldoorlogfilms, Rode Kruispost, Tweede Kamerlid.
Rode Kruispost = [Rode Kruis] + post
Tweede Kamerlid = [Tweede Kamer] + lid
Champions-Leaguewedstrijd / Championsleaguewedstrijd / Champions Leaguewedstrijd
Nederlandsetaalunie / Nederlandse-taalunie / Nederlandse-Taalunie / Nederlandse taalunie / Nederlandse Taalunie
3. Woordgroepen van een bijvoeglijk naamwoord en een samengesteld zelfstandig naamwoord Top
3.1 Woordgroep: definitie en basisregel voor aaneenschrijven Top
Woordgroepen zijn combinaties van woorden die bij elkaar horen in een grammaticaal verband (bijvoorbeeld in een zin) maar niet één woord vormen. Tussen de delen van een woordgroep komt een spatie. Voorbeelden: een knappe man, lange treinritten, het groene gras.
3.2 Woordgroepen met een samengesteld zelfstandig naamwoord Top
Combinaties als een recent regeringsakkoord, een Spaanse vakantiewoning, het groene gedachtegoed, gelijke onderwijskansen zijn woordgroepen van een bijvoeglijk naamwoord en een samengesteld zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord slaat op het zelfstandig naamwoord als geheel.
Spaanse vakantiewoning = Spaanse + [vakantie + woning]
gelijke onderwijskansen = gelijke + [onderwijs + kansen]
Het rechterdeel van dat samengestelde zelfstandig naamwoord is de kern; het woordgeslacht en het getal daarvan bepalen of het bijvoeglijk naamwoord een buigings-e krijgt of niet. Spaans wordt bijvoorbeeld verbogen voor vakantiewoning omdat woning een de-woord is; gelijke wordt verbogen bij het meervoud onderwijskansen. Bij een enkelvoudig het-woord krijgt het bijvoeglijk naamwoord een buigings-e na het, dit, dat, een bezittelijk voornaamwoord of een vooropgeplaatste genitief. In andere gevallen blijft het onverbogen. Bijvoorbeeld: dat recente regeringsakkoord, een recent regeringsakkoord, groen gedachtegoed.
Verbogen / onverbogen bijvoeglijk naamwoord zonder betekenisverschil (algemeen)
4. Woordgroep of samenstelling? Top
In de meeste gevallen gaat het ofwel om een woordgroep, ofwel om een samenstelling, en is er dus maar één spelling mogelijk. In het geval van een woordgroep kan het bijvoeglijk naamwoord alleen betrekking hebben op de erop volgende samenstelling als geheel, bijvoorbeeld mooie vloertegels, een oude wijnboer. Mooievloertegels of een oudewijnboer betekenen iets anders dan wat bedoeld is. In het geval van een samenstelling maakt het bijvoeglijk naamwoord deel uit van het eerste deel van de samenstelling, bijvoorbeeld: een openluchtzwembad, het rondetafelgesprek. De schrijfwijzen open luchtzwembad en ronde tafelgesprek zijn uitgesloten.
In een beperkt aantal gevallen is zowel de schrijfwijze als woordgroep als die als samenstelling mogelijk. Soms is er een duidelijk betekenisverschil tussen die schrijfwijzen als woordgroep of als samenstelling, maar in andere gevallen is er geen wezenlijk betekenisverschil.
4.1 Betekenisverschil Top
Soms zijn er twee schrijfwijzen mogelijk, maar hebben de woordgroep en de samenstelling een duidelijk verschillende betekenis. Zo is een socialemediacoördinator een coördinator van de sociale media en een sociale mediacoördinator een mediacoördinator die sociaal is. Rodewijnglazen zijn glazen voor rode wijn, rode wijnglazen zijn wijnglazen die een rode kleur hebben. Een Brusselsewafelliefhebber is een fan van Brusselse wafels, een Brusselse wafelliefhebber is een wafelliefhebber die uit Brussel komt (en misschien ook van Luikse wafels houdt). Nog enkele voorbeelden:
- een stommefilmacteur / een stomme filmacteur
- een dommeblondjesmop / een domme blondjesmop
- een warmebakkersdochter / een warme bakkersdochter
- een langeafstandsloper / een lange afstandsloper
- een Spaansegriepepidemie / een Spaanse griepepidemie
- een vreemdetalenleraar / een vreemde talenleraar
4.2 Geen wezenlijk betekenisverschil Top
Daarnaast zijn er ook gevallen waarbij de schrijfwijze als samenstelling en die als woordgroep allebei te verdedigen zijn, zonder duidelijk betekenisonderscheid.
Zo is een rodewijnvlek een vlek van rode wijn en een rode wijnvlek een wijnvlek met een rode kleur, maar in de praktijk komt dit op hetzelfde neer. Vergelijk ook een Engelsegrammaticaregel (een regel van de Engelse grammatica) en een Engelse grammaticaregel (een grammaticaregel die betrekking heeft op het Engels), nuttelozefeitenkennis (kennis van nutteloze feiten) en nutteloze feitenkennis (feitenkennis die nutteloos is).
Ook in woordgroepen met begrippen die een vakgebied of maatschappelijk terrein aanduiden, zijn vaak twee schrijfwijzen verdedigbaar; bijvoorbeeld in combinaties met sociaal, cultureel, wetenschappelijk, financieel, fiscaal en dergelijke. Bij de schrijfwijze als woordgroep betekent het bijvoeglijk naamwoord iets als ‘op sociaal/wetenschappelijk/financieel… vlak’ of ‘met een sociaal/wetenschappelijk/financieel … doel’. Zo kan sociale woningbouw omschreven worden als ‘woningbouw met een sociaal doel’, terwijl het bij socialewoningbouw gaat om ‘de bouw van sociale woningen’. Fiscalefraudebestrijding is ‘bestrijding van fiscale fraude’ en fiscale fraudebestrijding is ‘fraudebestrijding op fiscaal vlak’. Een literaireprijsuitreiking is een uitreiking van een literaire prijs en een literaire prijsuitreiking een prijsuitreiking in het literaire domein.
Hieronder volgt een niet-uitputtende lijst van combinaties waarbij twee schrijfwijzen verdedigbaar zijn. Over de precieze betekenis van deze combinaties en de meest plausibele analyse kan soms gediscussieerd worden.
- lagerugpijn / lage rugpijn
- Noorsezalmmousse / Noorse zalmmousse
- oudenaamvalsvorm / oude naamvalsvorm
- tammekastanjeboom / tamme kastanjeboom
- versemuntthee / verse muntthee
- Vlaamseoverheidsinstelling / Vlaamse overheidsinstelling
- vrolijkemeisjesbende / vrolijke meisjesbende
- Zwitsersekaasfondue / Zwitserse kaasfondue
- bilateraaloverlegorgaan / bilateraal overlegorgaan
- duurzameontwikkelingsdoelen / duurzame ontwikkelingsdoelen
- financiëledienstverlener / financiële dienstverlener
- fiscalefraudebestrijding / fiscale fraudebestrijding
- geestelijkegezondheidszorg / geestelijke gezondheidszorg
- groenestroomproducent / groene stroomproducent
- hernieuwbare-energiebronnen / hernieuwbare energiebronnen
- literaireprijsuitreiking / literaire prijsuitreiking
- mobielinternetabonnement / mobiel internetabonnement
- notionele-intrestaftrek / notionele intrestaftrek
- nucleairekrachtcentrale / nucleaire krachtcentrale
- openbaredienstverlener (‘verlener van openbare diensten’) / openbare dienstverlener (‘dienstverlener met een openbare rol’)
- posttraumatischestressstoornis / posttraumatische stressstoornis
- professionelebacheloropleiding / professionele bacheloropleiding
- rationelekeuzetheorie / rationele keuzetheorie
- schone-energieproductie / schone energieproductie
- secundaireschoolloopbaan / secundaire schoolloopbaan
- socialehuisvestingsmaatschappij / sociale huisvestingsmaatschappij
- socialevaardigheidstraining / sociale vaardigheidstraining
- socialewoningbouw / sociale woningbouw
- wetenschappelijketermenlijst / wetenschappelijke termenlijst
Socialewoningbouw / sociale woningbouw
Tammekastanjeboom / tamme kastanjeboom
Soms heeft het bijvoeglijk naamwoord een andere vorm in de samenstelling dan in de woordgroep. Dat wordt bepaald door het woordgeslacht en het getal van het zelfstandig naamwoord waarop het bijvoeglijk naamwoord betrekking heeft. In een mobieletelefoonnummer, bijvoorbeeld, is mobiel verbogen want het slaat op telefoon, dat een de-woord is. Bij een mobiel telefoonnummer slaat mobiel op telefoonnummer. Het kernwoord nummer is een het-woord en het geheel wordt voorafgegaan door het onbepaald lidwoord een, dus mobiel blijft onverbogen. In het/dit/mijn mobiele telefoonnummer krijgt mobiel weer wel een buigings-e omdat er een bepaald lidwoord, aanwijzend of bezittelijk voornaamwoord voor staat.
Nog enkele voorbeelden:
- de openbaarvervoersmaatschappij / de openbare vervoersmaatschappij
- een cultureelerfgoedinstelling / een culturele erfgoedinstelling
- een financieeltoezichthouder / een financiële toezichthouder
- een geografische-informatiesysteem / een geografisch informatiesysteem
- een lageronderwijsinstelling / een lagere onderwijsinstelling
- een persoonlijkeassistentiebudget / een persoonlijk assistentiebudget
- een professioneelnetwerksite / een professionele netwerksite
- een sociaalnetwerksite / een sociale netwerksite
- intellectueeleigendomsrechten / intellectuele-eigendomsrechten / intellectuele eigendomsrechten (eigendom kan zowel een het-woord als een de-woord zijn)
Zie ook
Woordgroep los (Leidraad 6.1)
Samenstelling en afleiding aaneen (Leidraad 6.2)
Woordgroep in samenstelling (Leidraad 6.7)
Verbogen / onverbogen bijvoeglijk naamwoord zonder betekenisverschil (algemeen)
Champions-Leaguewedstrijd / Championsleaguewedstrijd / Champions Leaguewedstrijd
Grote-stedenbeleid / grotestedenbeleid
Iersesetterpup (hoofdletter?)
Nederlandsetaalunie / Nederlandse-taalunie / Nederlandse-Taalunie/ Nederlandse taalunie / Nederlandse Taalunie
Socialewoningbouw / sociale woningbouw
Tammekastanjeboom / tamme kastanjeboom
Naslagwerken
Woordenlijst (2015); Grote Van Dale (2015)
tao_generiek (K)
127
j
Subrubriek,Woordsoort,Hoofdrubriek,Woordvorm
0000
14 February 2018