Taaladvies
Alfabetische lijst
0-9·A·B·C·D·E·F·G·H·I·J·K·L·M·N·O·P·Q·R·S·T·U·V·W·X·Y·Z
Algemene teksten
- Wat is standaardtaal? (algemeen)
- Weergave van uitspraak (algemeen)
- Wel of geen -e achter een bijvoeglijk naamwoord (algemeen)
- Wel of geen spaties voor en na leestekens en symbolen (algemeen)
- Werkwijze: welke varianten hebben standaardtaalkarakter? (algemeen)
- Werkwoorden met een zwakke en een sterke vervoeging (algemeen)
- Werkwoordstijden die iets over het verleden zeggen: voltooide versus onvoltooide tijden (algemeen)
- Werkwoordvolgorde in werkwoordgroepen: groepen van drie of meer werkwoorden (algemeen)
- Werkwoordvolgorde in werkwoordgroepen: groepen van twee werkwoorden (algemeen)
- Woorden die (niet) in de Woordenlijst of in een woordenboek staan (algemeen)
- Woordgeslacht (algemeen)
Vraag en antwoord
- Waar ... naar toe / waar ... naartoe
- Waarde heer Jansen (als aanhef)
- Waarmee / met wie (de mensen - ik samenwerk)
- Waarschuwen voor / tegen
- Waarzonder
- Waddeneiland / waddeneiland
- Waken over / voor
- Walking dinner / walkingdinner
- Wandelen sturen
- Wanneer / als (+ tegenwoordige of toekomende tijd)
- Wanneer nodig / wanneer dat nodig is
- Want aan het begin van de zin
- Want geen zin
- Wat / dat (het boek -)
- Wat / dat (wat heeft Piet - ik niet heb?)
- Wat / wie schetst mijn verbazing
- Wat betreft / wat … betreft
- Wat-ie wil / wat ie wil
- We ontvingen uw brief / hebben uw brief ontvangen
- Wedde / loon / salaris
- Wederkerend / wederkerig voornaamwoord
- Wederkerend of persoonlijk voornaamwoord
- Wedersamenstelling / reconstructie
- Weekeinde / weekeind / weekend
- Weeral / alweer / weer / opnieuw
- Weerhouden
- Weerstaan aan iets / iets weerstaan
- Wegens dubbel gebruik
- Wegens ziek / wegens ziekte
- Weleens / wel eens
- Welk (de rechtszaak, - proces)
- Welk / welke soort
- Welke (de regels -)
- Welke / wat voor
- Welke / welk / wat
- Welkomsgeschenk / welkomstgeschenk
- Werk / dienst
- Werkeloos / werkloos
- Werken / werk
- Werkonbekwaam / arbeidsonbekwaam / arbeidsongeschikt
- Werkse! / Werkze! / Werk ze!
- Werkwoordstijd in verslag
- Westen (het rijke -) (hoofdletter?)
- Wetboek (hoofdletter?)
- Wettig - wettelijk
- Wezen / zijn (Piet zal wel weer te laat -)
- WhatsApp / whatsapp
- Wie / die (de man - me begroette)
- Wie z'n / wiens
- Wiens / wier (de vrouw - auto)
- Wijds / weids
- Wijfelen / weifelen
- Wijnsoorten (hoofdletters?)
- Wijzen op (bezoekers worden / wordt erop gewezen dat ...)
- Wijzigen: de situatie wijzigt
- Willen: wilde / wou, wilden / wou(d)en
- Winst- en verliesrekening / winst-en-verliesrekening
- Winstgevend doel / winstoogmerk
- Winteruur / wintertijd
- Wisselstukken / vervangstukken / reserveonderdelen
- Wond / wonde
- Woonzorgcentrum / woon-zorgcentrum
- Woordspeling
- Word vervolgd / wordt vervolgd
- Wordt / word lid
- Wuiven: woof / wuifde