Parlementair / parlementariër / parlementslid

Parlementair / parlementariër / parlementslid

Vraag

Is parlementair correct in de betekenis ‘parlementslid’?

Antwoord

Ja, een lid van het parlement wordt in de standaardtaal in België onder andere een parlementair genoemd. Standaardtaal in het hele taalgebied zijn parlementariër en parlementslid. Parlementair is wel standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis van iemand die naar de vijand wordt gezonden om te onderhandelen.

Toelichting

Het zelfstandig naamwoord parlementair is standaardtaal in het hele taalgebied voor iemand die in oorlogstijd naar de vijand wordt gezonden om te onderhandelen over wapenstilstand of overgave. In die betekenis wordt het woord evenwel niet meer zo vaak gebruikt.

(1) Toen beide kampen al stonden opgesteld, werden nog enkele parlementairen uitgezonden om een gevecht te vermijden.

Parlementair is verder standaardtaal in België als synoniem van parlementariër of parlementslid.

(2) België is een land waar meer parlementairen zijn dan bomen. [standaardtaal in België]

(3) Meer dan een maand later lieten enkele parlementairen een medewerker een e-mailtje sturen met een smoesje over een defecte pc. [standaardtaal in België]

In de standaardtaal in het hele taalgebied zijn parlementariër of parlementslid gangbaar. In België is parlementslid het meest gebruikte woord, parlementariër wordt vooral in Nederland gebruikt. Afhankelijk van de context komen ook volksvertegenwoordiger, lid van de Kamer of Kamerlid en lid van de Senaat of Senaatslid voor.

(4) De parlementariërs hebben de plicht in de Kamer te stemmen.

(5) De vluchtelingen krijgen de volle steun van Vlaams volksvertegenwoordiger Vercamme. Het Antwerpse parlementslid blijft in hongerstaking tot kerstavond.

Bijzonderheid

Het bijvoeglijk naamwoord parlementair is standaardtaal in het hele taalgebied: parlementaire debatten, parlementaire taal, een parlementaire onderzoekscommissie.

Naslagwerken

Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Verschueren (1996); Koenen (2006); Kramers (2000); Correct Taalgebruik (2006), p. 195; Woordenboek correct taalgebruik (2004), p.  205; Taalwijzer (1998), p. 256; Stijlboek VRT (2003), p. 188; Vlaams-Nederlands woordenboek (2003)

afleidingen,bijvoeglijk naamwoord,correctheid en betekenis,zelfstandig naamwoord,grammatica,woordgebruik



tao_adv (C)
1024
j
afleiding,bijvoeglijk_naamwoord,correctheid,functienamen,persoonsnamen,woordgebruik,zelfstandig_naamwoord
Woordvorm,Woordsoort,Woord of woordcombinatie,Subrubriek,Hoofdrubriek
Hoofdrubriek:woordgebruik;Subrubriek:functienamen,persoonsnamen;Woord of woordcombinatie:correctheid;Woordsoort:bijvoeglijk_naamwoord,zelfstandig_naamwoord;Woordvorm:afleiding
01 January 2004
23 August 2013