Taaladvies
Alfabetische lijst
0-9·A·B·C·D·E·F·G·H·I·J·K·L·M·N·O·P·Q·R·S·T·U·V·W·X·Y·Z
Algemene teksten
- Tegenwoordige tijd of verleden tijd (algemeen)
- Telefoonnummers in België (algemeen)
- Telefoonnummers in Nederland (algemeen)
- Titulatuur in België (algemeen)
- Titulatuur in Nederland (algemeen)
- Trappen van vergelijking van samengestelde bijvoeglijke naamwoorden (algemeen)
- Tussenklanken in samenstellingen van zelfstandige naamwoorden (algemeen)
Vraag en antwoord
- -technisch
- T.a.v. (hoofdletter?)
- Taalkader
- Tal van mensen komt / komen
- Taliban wint / winnen terrein (de -)
- Tammekastanjeboom / tamme kastanjeboom
- Tantebetjeconstructie
- Tarmac / platform / startbaan / landingsbaan
- Tas / kop
- Te / in (in plaatsaanduiding)
- Te herziene tekst (de -)
- Te kort / tekort, te veel / teveel, te goed / tegoed
- Te kort schieten / tekortschieten
- Te voorschijn / tevoorschijn
- Technieker / technicus / monteur
- Tegemoetkomen in / aan
- Tegen terugbetaling / onder rembours
- Telkens / telkens als
- Telkens weer (dubbelop?)
- Tempo / snelheid (tegen / aan / in / met een -)
- Ten deze / te dezen
- Ten laatste / uiterlijk
- Ten slotte / tenslotte, ten minste / tenminste, ten einde / teneinde
- Ten vroegste / op zijn vroegst
- Tendenzen / tendensen
- Teneergeslagen / terneergeslagen
- Ter aller tijde / ten allen tijde / ten alle tijde / te alle tijde / te allen tijde
- Ter plaatse trappelen / (een) pas op de plaats maken
- Ter plekke / ter plaatse
- Terminus / eindstation / eindpunt
- Terug / geleden (zes jaar -)
- Terug / opnieuw, nogmaals, (al)weer
- Terzake / ter zake
- Tessel / Texel
- Testen / tests
- Tevergeefse / vergeefse
- Tevreden met / over
- Tewerkstelling / werkgelegenheid
- Th. Jansen / T. Jansen
- Therapeut (uitspraak)
- Thuis (een goede / goed -)
- Thuis wonende ouderen / thuiswonende ouderen
- Tig (gevallen)
- Tijdens zijn vakantie in Italië nam de Heer tot zich ... (dubbelzinnige verwijzing)
- Tirade / retirade
- Toast / toost
- Toeëigent / toe-eigent
- Toedoen / dichtdoen
- Toekomen / aankomen
- Toelaten / toestaan
- Toen / als / wanneer (+ verleden tijd)
- Toendertijd / toentertijd
- Tokyo / Tokio
- Tolk-vertalers / tolken-vertalers; vertaler-tolken / vertalers-tolken
- Top-10-plaat / top 10 plaat / top 10-plaat
- Top-tien / toptien / top tien
- Tot / toe (afdeling waar hij toegang - had)
- Tot / tot en met
- Tot daar aan toe / totdaaraantoe / tot daaraan toe
- Tot en met / tot-en-met
- Tot hiertoe / tot nu toe
- Totnogtoe / tot nog toe, totnutoe / tot nu toe
- Tourwinnaar (hoofdletter?)
- Transscriptie / transcriptie
- Trein / resem / rist / pak / rits / serie / reeks (een - maatregelen)
- Trucendoos / trukendoos
- Tussenkomen
- Tussenkomst
- Twee derde van de studenten bleken / bleek
- Twee en een halve maand is / zijn verstreken
- Twee-en-een-half / tweeëneenhalf / twee en een half / tweeënhalf
- Tweedehandse auto's / tweedehands auto's / tweedehandsauto's
- Tweeduizend zes / tweeduizend en zes
- Tweejaarlijks (betekenis)
- Twintigeurobiljet / 20 eurobiljet / €20-biljet
- Twitteraccount / twitteraccount
- Typfout / typefout