Niet / geen goed Nederlands (Hij spreekt -)
Niet / geen goed Nederlands (Hij spreekt -)
Vraag
Wat is juist: Hij spreekt niet goed Nederlands of Hij spreekt geen goed Nederlands?
Antwoord
De constructies zijn allebei mogelijk. Niet goed Nederlands spreken heeft vooral betrekking op iemands vermogen (goed) Nederlands te spreken; het suggereert sterk dat het Nederlands niet de moedertaal van de betrokkene is. Geen goed Nederlands spreken richt de aandacht meer op de kwaliteit van iemands Nederlands. Er kan mee bedoeld zijn dat iemand het Nederlands als niet-moedertaalspreker niet goed beheerst, maar ook dat een moedertaalspreker de standaardtaalnormen niet in acht neemt.
Toelichting
Niet en geen hebben elk hun eigen gebruiksmogelijkheden. Niet ontkent het gezegde van de zin of de hele zin; geen ontkent alleen een zelfstandig naamwoord.
(1a) Ik zing niet graag kinderliedjes. (niet ontkent graag kinderliedjes zingen)
(1b) Ik zing geen kinderliedjes. (geen ontkent kinderliedjes)
In Hij spreekt niet goed Nederlands ontkent niet het hele gedeelte goed Nederlands spreken. Vergelijk de zinnen (2a) en (3a).
(2a) Ik kon niet goed overzicht houden. (niet ontkent goed overzicht houden)
(3a) Ik kreeg niet goed inzicht in de materie. (niet ontkent goed inzicht krijgen)
In Hij spreekt geen goed Nederlands ontkent geen alleen goed Nederlands. Het heeft hier de functie van ontkennend onbepaald lidwoord: ‘een Nederlands dat niet goed (genoeg) is’. Geen staat in direct verband met Nederlands; geen goed Nederlands is het lijdend voorwerp van de zin. Vergelijk de zinnen (2b) en (3b).
(2b) Ik kon geen goed overzicht houden. (‘mijn overzicht was niet goed (genoeg)’)
(3b) Ik kreeg geen goed inzicht in de materie. (‘mijn inzicht in de materie was niet goed (genoeg)’)
In een aantal gevallen is zowel geen als niet mogelijk, omdat de ontkenning zowel op het zelfstandig naamwoord als op het gezegde of de hele zin kan slaan.
(4a) Dit is een procedure waarbij niet een bijzondere voorzorg vereist is. (niet hoort bij een bijzondere voorzorg vereisen)
(4b) Dit is een procedure waarbij geen bijzondere voorzorg vereist is. (geen hoort bij bijzondere voorzorg)
Zie ook
Geen / niet gelijk krijgen
Geen de minste / niet de minste
Ik denk niet dat het lukt / ik denk dat het niet lukt
Naslagwerken
ANS: Het bereik van negatie; Schrijfwijzer (2005), p. 250-251; Van den Toorn (1984), p. 225
tao_adv (C)
1423
j
Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Woordgroep of zin
13 August 2009
23 August 2013