Inversie
Inversie
Omschrijving
Met de term ‘inversie’ wordt de woordvolgorde in hoofdzinnen aangeduid waarbij het onderwerp volgt op de persoonsvorm. De woordvolgorde waarbij het onderwerp op de eerste plaats staat, direct vóór de persoonsvorm, wordt dus als de neutrale, ongemarkeerde zinsvolgorde (ook wel: rechte woordschikking) beschouwd. Twee vormen van inversie kunnen worden onderscheiden. Het verschijnsel betreft zinnen waarin een ander zinsdeel dan het onderwerp op de eerste plaats staat, en ja/nee-vragen waarin de persoonsvorm vooropstaat. Voorbeelden van zinnen met inversie:
(1) Morgen ga ik naar de markt.
(2) De vuilniszakken heeft hij vanochtend op de hoek van de straat gezet.
(3) Ga je vanavond met me mee? (ja/nee-vraag)
(4) Zou je dat voor me willen doen? (ja/nee-vraag)
Zie ook
Hoofdzin
Onderwerp
Persoonsvorm
Vraagzin
tao_term
46