Hoogdringend / spoedeisend

Hoogdringend / spoedeisend

Vraag

Wat is het juiste woord om uit te drukken dat iets heel dringend is: hoogdringend of spoedeisend?

Antwoord

Beide woorden zijn correct. Hoogdringend is standaardtaal in België, spoedeisend is standaardtaal in Nederland.

Toelichting

Hoogdringend wordt in de standaardtaal in België gebruikt in de betekenis ‘zeer dringend, zeer spoedig’. In Nederland komt hoogdringend bijna niet voor. Standaardtaal in Nederland is spoedeisend, wat dan weer niet gangbaar is in België. In een geval als (3) wordt hoognodig gebruikt.

(1) Dit dossier is hoogdringend. [standaardtaal in België]

(2) Wie er iets meer van weet, moet mij dat hoogdringend meedelen. [standaardtaal in België]

(3) Op weg naar Frankrijk stopten we langs de kant van de weg, omdat we hoogdringend naar het toilet moesten. [standaardtaal in België]

(4) Schriftelijke vragen die spoedeisend zijn, worden meteen behandeld. [standaardtaal in Nederland]

(5) De informaticus heeft een spoedeisend belang bij het verwijderen van die virusmails. [standaardtaal in Nederland]

In de standaardtaal in België komt ook de afleiding hoogdringendheid veelvuldig voor, met als betekenis ‘urgentie’.

(6) De minister riep de hoogdringendheid in bij zijn adviesaanvraag bij de Raad van State. [standaardtaal in België]

In principe kan in de standaardtaal in Nederland van spoedeisend het zelfstandig naamwoord spoedeisendheid worden afgeleid, maar dat woord blijkt bijna niet voor te komen. Standaardtaal in het hele taalgebied is urgentie.

Bijzonderheid

Spoedeisend en spoedeisendheid komen in België wel voor in ambtelijk en juridisch taalgebruik. In de Belgische gecoördineerde wetten op de Raad van State is er sprake van een procedure bij hoogdringendheid, waarbij de Raad van State binnen drie dagen advies moet verlenen. De Raad van State gebruikt die term echter zelf nooit in zijn adviezen en arresten, en spreekt consequent van spoedeisendheid, zelfs bij een expliciete verwijzing naar die wetgeving.

Zie ook

Procedure – procesvoering

Naslagwerken

Grote Van Dale (2005); Van Dale Hedendaags Nederlands (2006); Verschueren (1996); Koenen (2006); Kramers (2000); Correct Taalgebruik (2006), p. 111; Woordenboek correct taalgebruik (2004), p. 118; Taalwijzer (1998), p. 111; Vlaams-Nederlands woordenboek (2003)

afleidingen,bijvoeglijk naamwoord,correctheid en betekenis,samenstellingen,zelfstandig naamwoord,grammatica,woordgebruik



tao_adv (C)
394
j
afleiding,bijvoeglijk_naamwoord,correctheid,samenstelling,woordgebruik,zelfstandig_naamwoord
Woordvorm,Woordsoort,Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek
Hoofdrubriek:woordgebruik;Woord of woordcombinatie:correctheid;Woordsoort:bijvoeglijk_naamwoord,zelfstandig_naamwoord;Woordvorm:afleiding,samenstelling
01 January 2004
23 August 2013