Ik woonde vroeger in Gent / heb vroeger in Gent gewoond

Ik woonde vroeger in Gent / heb vroeger in Gent gewoond

Vraag

Wat is correct: Ik woonde vroeger in Gent of Ik heb vroeger in Gent gewoond?

Antwoord

Beide zinnen zijn correct. Welke formulering de voorkeur heeft, hangt af van de context.

Toelichting

De zinnen staan in verschillende werkwoordstijden: Ik heb vroeger in Gent gewoond staat in de voltooid tegenwoordige tijd, Ik woonde vroeger in Gent in de onvoltooid verleden tijd.

Een voltooid tegenwoordige tijd wordt gewoonlijk gebruikt om een los feit, een enkelvoudige gebeurtenis te beschrijven. Het gaat vaak om iets wat recent heeft plaatsgevonden en wat op het moment van spreken nog relevant is, maar er kan ook naar een verder verleden worden verwezen. Meestal betreft het een feit of voorval dat als afgerond wordt beschouwd.

(1) Ik heb gisteren een appeltaart gebakken.

(2) Ze heeft als kind één keer bij haar opa en oma gelogeerd.

(3a) Ik heb vroeger in Gent gewoond, maar ik ben op mijn twaalfde naar Antwerpen verhuisd.

Soms wordt in zulke situaties ook wel de onvoltooid verleden tijd gebruikt. In België gebeurt dat iets vaker dan in Nederland.

(3b) Ik woonde vroeger in Gent, maar ik verhuisde op mijn twaalfde naar Antwerpen.

De onvoltooid verleden tijd wordt om te beginnen gebruikt om een aantal samenhangende, doorgaans opeenvolgende gebeurtenissen in het verleden te beschrijven; het gaat dan vaak om een verhalende context, bijvoorbeeld een boek, een levensbeschrijving of een (uit meerdere zinnen bestaande) beschrijving van een recente gebeurtenis. Daarnaast kan de onvoltooid tegenwoordige tijd worden gebruikt om een gewoonte, een terugkerende gebeurtenis of een werking van langere duur in het verleden te beschrijven.

(4) Ik woonde vroeger in Gent. Het was een mooie tijd, al hadden we het niet breed. Mijn broer en ik gingen naar dezelfde school.

(5) Als kind logeerde ik vaak bij mijn grootouders.

(6) De afgelopen tien jaar woonde hij in Hasselt.

Het gebruik van Ik heb vroeger in Gent gewoond dan wel Ik woonde vroeger in Gent hangt dus af van de context. Zin (3a), met een voltooid tegenwoordige tijd, kan bijvoorbeeld een antwoord zijn op de vraag Waar ben jij opgegroeid?: er wordt een los feit gepresenteerd. Zin (3b), met een onvoltooid verleden tijd, zou een antwoord kunnen zijn op de vraag Vertel eens iets over je jeugd.

Een zin in de voltooid tegenwoordige tijd kan verder als introductie dienen voor een wat langere beschrijving van een gebeurtenis of een opeenvolging van gebeurtenissen in het verleden; de rest van die beschrijving staat dan vaak in de onvoltooid verleden tijd als het om een verhalende context gaat.

(7) Ik heb vroeger in Gent gewoond. Er was daar in die tijd veel werkloosheid. Ook wij hadden het niet breed.

Zie ook

Tegenwoordige tijd of verleden tijd (algemeen)
Werkwoordstijden die iets over het verleden zeggen: voltooide versus onvoltooide tijden (algemeen)

Afwisseling werkwoordstijden
Hij is / was / werd geboren in Hasselt
Hij vertelde dat hij een nieuwe vriendin heeft / had
Nadat (hij vertrok – hij zijn toespraak hield / had gehouden)
We ontvingen uw brief / hebben uw brief ontvangen

Naslagwerken

ANS (1997), p. 121-125 of online via de E-ANS online via de E-ANS en p. 127-129 of online online; Schrijfwijzer (2012), p. 252-253

woordkeuze en stijl,werkwoord,woordgebruik


tao_adv (C)
1877
j
gepastheid,grammatica,stijl,tekst,vervoeging,werkwoord
Woord of woordcombinatie,Hoofdrubriek,Subrubriek,Woordvorm,Woordsoort
Hoofdrubriek:grammatica;Subrubriek:stijl;Woord of woordcombinatie:gepastheid;Woordsoort:werkwoord;Woordvorm:vervoeging
18 December 2018
27 April 2020